Zie je stempels of zie je talent?
“Ik kan het gewoon niet!”, schreeuwt mijn 6-jarige dochter. Ze gooit haar lijst met woordjes door de woonkamer. Stampvoetend loopt ze naar boven, alsof ze een tien jaar oudere puber is. Volgens de juf heeft ze drie woordjes te weinig gelezen tijdens de zogenaamde ‘drie-minuten-toets’. Het vriendelijke, maar dringende, verzoek van de juf is of wij thuis een lijst met lastige woordjes willen oefenen.
Vol schaamte besef ik dat ikzelf een aversie tegen het lezen heb gecreëerd bij dat kleine meisje. Door te pushen op de snelheid heb ik haar al het plezier van het lezen ontnomen. Deze betraande ogen zijn de druppel. “De juf kan het bekijken met haar woordenlijstjes”, troost ik haar.
Op de ouderavond vertelt de juf dat mijn dochter uitzonderlijk goed is in rekenen. Ondanks dat ze nog maar zo jong is, doet ze het fantastisch bij haar start in groep 4. Ze heeft het alleen té gezellig. Ze kan het met iedereen vinden in de klas en is erg behulpzaam. Eigenschappen waar ze zeer trots op mag zijn, vind ik persoonlijk.
De juf denkt hier echter anders over. Haar continue drang naar contact doet afbreuk aan haar prestaties en zelfs aan de prestaties van haar klasgenoten. Zó kun je het natuurlijk ook bekijken. Nu ben ik over het algemeen ook niet zo’n ‘positiviteitsgoeroe’, maar mijn partner wel. Hij haalt thuis zijn schouders op en zegt: “Een meisje met zoveel sociale vaardigheden op die leeftijd, gaat het heel ver schoppen in het leven.”
De volgende dag probeer ik ook op deze manier naar al mijn nieuwe, kersverse eerstejaarsstudenten in het mbo te kijken. Met figuurlijke stempels op het voorhoofd komen ze na twaalf jaar bijzonder onderwijs bij ons binnen. Ik wil al een tijd niet meer weten wat ze ‘mankeren’.
Zó vaak hoor ik in mijn klaslokaal teksten als: “Ik kan niks.” Of: “Ik heb geen talenten.” Ontkennend ga ik dan voor ze staan en vertel ze wat ík in ze zie. De jongen met die enorme autistische stempel heeft mij namelijk dingen over treinen verteld die werkelijk bijna niemand weet. En het meisje dat zich de hele dag zit op te maken, kan mij met haar make-upset tien jaar jonger laten lijken.
Om nog maar te zwijgen van al die trippende ADHD’ers. Die ene jongen die zoveel humor heeft dat er elke les wel iets te lachen valt. Of die fantasievolle dagdromer die een prachtig opstel schrijft. En al die dyslectische studenten die een ver ontwikkelde rechter hersenhelft hebben en daardoor veel beter deductief en visionair naar dingen kunnen kijken dan ik. Of wat dacht je van de ADD’er die beter out-of-the-box kan denken dan welke creatieve manager dan ook? Dwing jezelf eens te kijken naar de positieve kanten van een eigenschap in plaats van alleen naar de negatieve. Wat zou het fijn zijn als we dat talent verder zouden ontwikkelen in plaats van te pushen op de dingen die minder goed gaan. Ik denk dat dát de wereld weer een stukje mooier zou maken. Nietwaar juffrouw van groep 4?
Yaël Weening
Docent Loopbaan en Burgerschap/Studieloopbaanbegeleider
mboRijnland
Wil je ook de gratis jubileumeditie van Toets! magazine ontvangen, meld je dan nu aan.