Toetsen (op afstand): wat wil je nu echt weten?

Onderwijs op afstand is, op het moment dat ik dit schrijf, het nieuwe normaal. De online lessen lopen; het leren gaat door. Tegelijk is het nog zoeken naar manieren om te kunnen toetsen op afstand. Wat werkt? En wat kunnen we met de resultaten van online toets-momenten? Nog belangrijker is de vraag waarom je eigenlijk wilt toetsen. Wat is het doel van je toets: een (werkelijk) betrouwbare en valide eindbeoordeling, of vaststellen waar de leerling staat, om die leerling daarmee verder te helpen? Wat mij betreft richten we ons juist nu op toetsing als onderdeel van het leerproces. Want als docenten vaak checken wat hun leerlingen beheersen en daar hun onderwijs op afstemmen, leren leerlingen meer. 

Het Griftland College in Soest besloot als eerste in Nederland om dicht te gaan voor leerlingen, en had het afstandsonderwijs vlot op de rails. Ik vroeg aan twee leerlingen, een docent en de rector van het Griftland hoe de lessen lopen, wat er geleerd wordt, en hoe toetsing kan helpen om het onderwijs nog beter te maken.

 

De leerlingen:

“Na twee dagen kregen we ons nieuwe rooster al. Onze lessen zijn tussen 09:00 en 13:00 en duren een half uur. ’s Middags heb je tijd voor huiswerk, of voor individuele afspraken met docenten. Alle opdrachten staan klaar in Teams. Docenten checken of je online bent; zo niet, dan spijbel je en worden je ouders meteen gemaild of gebeld. Best strak geregeld dus.

Veel docenten leggen de hele les leerstof uit. Helaas valt de verbinding vaak weg, en dan kun je het niet meer volgen. We mogen vragen stellen, maar dat doet niemand. Meestal maken we onze opdrachten dus maar tijdens de les. We krijgen meer huiswerk dan normaal; leraren denken dat we veel tijd hebben of zijn bang dat we achter gaan lopen. Feedback op huiswerk krijgen we vaak niet, dus je weet niet of je het wel goed doet, al heb je alles af.

Bij sommige vakken staan er PowerPoints met uitleg, voorbeelden en opdrachten klaar in Teams. De les kan dan besteed worden aan vragen; dat is fijn. We leveren ons werk online in. Soms krijgen we daar een deelcijfer of OVG voor; vaak is de feedback alleen wat goed is en wat niet. Je leert het meest van opdrachten waar je actief mee aan de slag moet en waar je feedback op krijgt. Dat kan ook in de les zelf, als we bijvoorbeeld drie vragen in de chat moeten zetten over het onderwerp. Online hulpmiddelen zoals Socrative of Kahoot zijn ook goed. Dan moet je als leerling laten zien dat je de leerstof begrijpt.”

 

“Afstandsonderwijs kan best werken, als docenten veel vragen stellen aan leerlingen en tijd maken voor wie meer begeleiding nodig heeft.”

 

“We missen het sociale contact met medeleerlingen, maar ook met leraren. De camera’s staan uit bij de online lessen vanwege de netwerkverbinding. Maar daardoor zie je elkaar en de leraar niet, dus mis je veel informatie. Een enkele docent gebruikt een WordOnline document als whiteboard, en geeft daar uitleg bij. Dat werkt al beter. Andere leraren geven online oefentoetsen en kijken deze na. Zo kunnen we oefenen met de leerstof, en leraren zien waar we zijn en wat we kunnen.

Soms lijken leraren vooral druk te zijn met het afwerken van hun programma, niet met wat wij leren. Al het huiswerk moet bijvoorbeeld per se af, ook als je het allang kunt. Wat docenten het beste kunnen doen? Stel veel vragen aan leerlingen, stem je lessen op hen af en maak tijd voor wie meer begeleiding nodig heeft. Dan kan afstandsonderwijs best werken.”

 

De docent:

“Het rooster werkt, het onderwijs is helder gestructureerd en de communicatie tussen alle betrokkenen is prima. Ik mis mijn leerlingen en collega’s natuurlijk, maar mijn lessen lopen lekker. We werkten eerst ook al in Teams, dat scheelt wel. Mijn leerlingen zijn dus gewend om hun werk online in te leveren, feedback van mij te krijgen en die te verwerken. Mijn uitdaging is vooral om de interactie, die ik altijd in de lessen had, nu op afstand te realiseren.

Wat dat betreft werken digitale tools heel prettig. Met Forms kan ik simpel ophalen wat mijn leerlingen nodig hebben en hoe ik ze verder kan helpen. En in Teams sta ik digitaal toch een beetje naast mijn leerlingen. Juist in deze tijd ben ik nog meer bezig met inventariseren wat mijn leerlingen weten en kunnen. Samen met mijn stagiairs geef ik alle leerlingen feedback op hun ingeleverde werk. Ook heb ik ’s middags tijd om individuele leerlingen extra te begeleiden. Ik merk elke dag dat mijn leerlingen veel voortgang maken.

 

“Het zou mooi zijn als we een dagdeel per maand uitgeroosterd worden om te werken aan formatiever en effectiever onderwijs.”

 

De mondelinge examens hebben we ook in Teams afgenomen: ideaal. We konden onze rubric, waar we ook al mee geoefend hadden, daar gewoon voor gebruiken. Ik heb wel vragen bij veel cijfers die leerlingen nu halen bij andere vakken. Mijn mentorleerlingen kregen de afgelopen weken allerlei opdrachten en activiteiten voor een cijfer. Het is maar de vraag wat zo’n cijfer precies zegt. Ik vind dat docenten er vooral voor moeten zorgen dat leerlingen blijven leren. Niet iedere cijfertoets hoeft dan koste wat kost door te gaan.

Wat mij betreft stoppen we zo snel mogelijk met die focus op cijfertoetsen. Helaas is onze school daar nog niet klaar voor. We missen brede kennis over formatief evalueren. Daarom zou het mooi zijn als we komend jaar een dagdeel per maand uitgeroosterd zouden worden om te werken aan formatiever en effectiever onderwijs. Wie weet levert deze periode zo nog iets moois op.”

De rector:

“Ik zie grote verschillen tussen docenten. Sommigen pakken deze nieuwe situatie vrij gemakkelijk op. Anderen hebben grote moeite met lesgeven op afstand, met de technologie, of missen de leerlingen erg, en lopen daarop vast. In elk geval zijn we op tijd begonnen met het vormgeven van online onderwijs. Daardoor hadden we een voorsprong. Daarnaast hebben we dit schooljaar veel geïnvesteerd in digitale devices en scholing voor leerlingen en docenten. Dat komt nu heel goed van pas.

Al waren we gelukkig al op driekwart van het schooljaar, goede besluiten nemen over determinatie en overgang wordt dit jaar best lastig. We willen in elk geval recht doen aan iedere leerling. Bespreekmarges worden in elk geval groter. Vraag blijft hoe we inzicht krijgen in de sterke en zwakke punten van iedere leerling. Die bal ligt bij docenten en mentoren.

 

“Ik heb liever een goed beeld van waar de leerling staat, wat ze beheersen, middels formatief evalueren.”

 

We geven minder cijfertoetsen; we hebben meer tijd nodig om hier een goede visie op te ontwikkelen. Voor toetsen die moeten doorgaan, onderzoeken we diverse mogelijkheden voor toetsen op afstand. Het zou moeten kunnen, maar de vraag is of je het echt moet willen. Helemaal waterdicht krijg je het niet, vrees ik.

Ik wil eigenlijk sowieso minder summatief toetsen. Ik heb liever een goed beeld van waar de leerling staat, wat ze beheersen, middels formatief evalueren en digitale systemen. Maar ik weet ook dat deze school er nog niet aan toe is om cijfers los te laten. Voor veel docenten en ouders is de overgang nu te groot. Tegelijkertijd kan deze situatie ook een nieuwe impuls geven aan dit traject.”

 

Kortom…

Hoe beter je weet wat de leerlingen beheersen, hoe effectiever je het onderwijs kunt maken. Effectief toetsen vervult daarin een sleutelrol. Met regelmatige checks help je leerlingen om de leerdoelen echt te gaan beheersen. De trainers en adviseurs van JIJ! denken graag met je mee hoe dit op jouw school vorm kan krijgen. Neem contact met ons op via dit formulier, of bereik ons rechtstreeks via jij@bureau-ice.nl of 088 556 9800. Wil je met jullie onderwijsteam aan de slag met leerdoelgericht werken of dieper duiken in jullie toetsbeleid? Bekijk hier een greep uit het trainingsaanbod.

 

JIJ! trainers - Sergej VisserOver de auteur

Sergej Visser gaf twintig jaar lang Engels, CKV en Spaans op mavo, havo en vwo. Hij ontwikkelde een compleet nieuw curriculum Engels, voor klas 3 t/m 6. Zijn specialisme is formatief evalueren ofwel leerdoelgericht werken. Sergej denkt graag na over hoe het onderwijs nog beter kan en loopt warm voor complexe vraagstukken waarbij schoolbeleid en de dagelijkse praktijk elkaar raken. Hij is auteur van het werkboek Formatief Evalueren in elke les. Zijn volgende boek gaat over het werken aan een feedbackcultuur in het onderwijs. Sergej is senior trainer/adviseur bij het JIJ! team van Bureau ICE.

 


Dit artikel verscheen eerder in ‘Van twaalf tot achttien’, editie april 2020.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *