Een toetsbeleid rondom methode-onafhankelijk toetsen

Een toetsbeleid rondom methode-onafhankelijk toetsen met de inzet van het JIJ! Leerlingvolgsysteem: “Je kunt er veel meer uit halen dan je in eerste instantie denkt

Hana Hodzić is docent Nederlands, mentor bovenbouw en toetscoördinator op het Lekpoort College in Vianen. Met een groep collega’s is zij bezig met het opstellen van toetsbeleid voor de inzet van het JIJ! Leerlingvolgsysteem.

Waarom ontwikkelen jullie toetsbeleid rondom methode-onafhankelijke toetsing?

“We nemen de methode-onafhankelijke JIJ!-toetsen van Bureau ICE nu drie jaar af op het gebied van rekenen, Nederlands en Engels. Omdat we zien dat leerlingen wel eens uitvallen op het gebied van basale vaardigheden zoals leesvaardigheid, wilden we met deze toetsen kijken waar ze precies op uitvallen en hoe wij hen vervolgens kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld tijdens extra begeleidingsuren.”

“Voorheen was hier totaal geen beleid op. Leerlingen kregen niet altijd een terugkoppeling van de resultaten en wisten ook niet altijd wat het doel was van deze toetsen. Niet elke docent besteedde er tijd aan. De verantwoordelijkheid hiervoor was nergens belegd. Na mijn opleiding tot toetsexpert heb ik mij hier meer in verdiept: waarom willen we methode-onafhankelijk toetsen? Wat willen we eruit halen? En bij wie ligt de verantwoordelijkheid na een bepaalde uitkomst? Vanuit Bureau ICE hebben we toen een format gekregen om een dergelijk beleidsstuk op te stellen. Dit gebruiken we als basis.”

Hoe concretiseer je het beleid rond een tool als een leerlingvolgsysteem?

“We hebben alles op papier gezet waar we de afgelopen drie jaar tegenaan gelopen zijn op dit vlak. Ons doel is om dit beleid te gaan koppelen aan ons Basisvaardighedendocument. Als school zijn we immers verplicht om de basisvaardigheden op orde te hebben. Met de JIJ!-toetsen kunnen we deze vaardigheden heel goed toetsen.”

“In het beleid staat wanneer we de toetsen afnemen en een beoogd referentieniveau per klas en niveau. Ook wordt duidelijk wie welke verantwoordelijkheid heeft. We zetten erin wat we precies doen, wie wat doet en wie wanneer op de hoogte moet worden gebracht. Alle docenten hebben toegang tot de rapportages van de methode-onafhankelijke toetsen, die we vanaf de volgende afnameronde standaard meegeven aan de leerlingen.”

Waar houden jullie rekening mee met het concretiseren van het beleid?

“Dat we methode-onafhankelijk toetsen een grotere betekenis gaan geven en het dus niet als ‘tussentoetsje’ gezien wordt. Dit doen we doordat leerlingen hun JIJ!-toetsresultaten nu via Magister kunnen inzien. En door de rapportages in driehoekgesprekken tussen de mentor, ouders en leerling te bespreken. Hierin kunnen we laten zien hoe een leerling scoort volgens de landelijke benchmark. Maar vooral ook waar een leerling nog in kan groeien om bij zijn/haar eigen doel te komen. Daarnaast is het belangrijk dat het beleid gekoppeld kan worden aan ons Basisvaardigheden-beleidsstuk.”

“Ook willen we meer maatwerk leveren en differentiëren tussen klassen en vakken. Daarom willen we de methode-onafhankelijke toetsen breder afnemen, ook op het gebied van leesvaardigheid, woordenschat en luistervaardigheid. Zo kunnen we beter inspelen op de behoeften van de leerling: ligt de woordenschat iets lager? Dan gaan we daarmee aan de slag.”

“Het is belangrijk dat iedereen weet wie waarvoor verantwoordelijk is en dat je de taken niet te groot maakt.”

Hana Hodzić, docent Nederlands, mentor bovenbouw en toetscoördinator, Lekpoort College Vianen.

Hoe zorg je dat het beleid ook tot uitvoering komt?

“Het is belangrijk dat iedereen weet wie waarvoor verantwoordelijk is en dat je de taken niet te groot maakt. Zo moet de mentor weten dat hij de JIJ!-rapportage mee moet geven. De vakdocent moet weten hoe leerlingen scoren en afwijkende scores terugkoppelen naar de mentor. Daarnaast moet het beleidsstuk goed toegankelijk zijn: iedereen moet ervan op de hoogte zijn. Na een jaar gaan we evalueren.”

Heb je praktische tips voor scholen die hier ook mee willen starten?

  • Beleg duidelijk wie wat doet. Anders neemt niemand de verantwoordelijkheid.
  • Zorg dat je op de hoogte bent van het theoretisch kader, dus dat je bijvoorbeeld weet wat een ontwikkelscore inhoudt. Wij hebben daarbij veel gehad aan het format van Bureau ICE.
  • Draai een pilot met enkele klassen en vakken om te kijken wat je als school uit methode-onafhankelijk toetsen kunt halen.
  • De koppeling met Magister is echt van toegevoegde waarde, net als het bespreken van toetsresultaten met ouders en leerlingen. Zo lang je niets met het resultaat doet, doet het de leerlingen ook niets.
  • Wees duidelijk over de planning. Wij gebruiken daarvoor de “toetsplan adviesroute” van Bureau ICE. Op basis daarvan hebben wij een toetsplan opgesteld voor de JIJ!-toetsen, dat we automatisch door laten lopen.
  • Als je het beleid rondom methode-onafhankelijk toetsen juist inricht en duidelijk voor ogen hebt wat je ermee wilt, is het een heel nuttig middel. Je kunt veel meer uit zo’n toets halen dan je in eerste instantie denkt. Wij zijn heel blij dat we dit hebben!

Toets! Special

Dit interview is onderdeel van de Toets! Special. Heb jij Toets! Special #4 ‘Toetsbeleid… en dan?’ nog niet gelezen? Vraag dan nu gratis deze editie aan en ontvang direct de digitale versie. Liever per post, dat kan ook!

Cover Toets! Special #4

JIJ! Leerlingvolgsysteem

Veel middelbare scholen zetten het JIJ! Leerlingvolgsysteem (LVS) met methode-onafhankelijke toetsen in om de voortgang van leerlingen in kaart te brengen op de basisvaardigheden taal en rekenen (hoofd). Het beeld kun je aanvullen met de zelfevaluaties Leeraanpak, Creatief vermogen en Sociale context (hart en handen). Meer weten of het jaar starten met een goede nulmeting? Klik dan hier.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *