Aan de slag met een nieuw onderwijsconcept: ‘In het eerste jaar werd er nog veel stiekem getoetst’
Op het Panora Lyceum in Doetinchem werken ze met het International Middle Years Curriculum (IMYC). Een onderwijsconcept voor leerlingen van 11 tot en met 15 jaar, opgebouwd rond de behoeftes van het tienerbrein. Afdelingsleider Ellis Stevens vertelt hoe ze daar invulling aan geven. Ook gaat ze in op de uitdagingen die de invoering van een nieuw onderwijsconcept met zich meebrengt, onder andere op het gebied van toetsing.
De keuze voor een nieuw onderwijsconcept had alles te maken met de ontstaansgeschiedenis van het Panora Lyceum, legt Ellis uit. “Voorheen waren er drie middelbare scholen in onze omgeving, maar Doetinchem is een krimpgebied. Als een derde van de leerlingen verdwijnt, is wel duidelijk dat je misschien afscheid moet nemen van een school. Het bestuur, waar alle drie de scholen onder vielen, heeft daarom al in een vroeg stadium gezegd: we gaan dit oplossen zonder dat we elkaar doodconcurreren.”
“Toen is besloten om van die drie scholen twee scholen te maken, maar wel twee hele nieuwe scholen. Zo zijn vijf jaar geleden het Panora Lyceum en Houtkamp College ontstaan. Op dat moment zijn we ook met het IMYC-concept gestart. Daarmee hebben we in de onderbouw een heel ambitieus programma opgezet, want we konden vanaf nul beginnen.”
“In de onderbouw staan alleen de kernvakken en gym op het rooster. Alle andere vakken zitten in opdrachten.”
Ellis Stevens, Panora Lyceum
Hoe geven jullie invulling aan het concept?
“IMYC heeft een aantal thema’s voor de onderbouw. Binnen die thema’s zijn alle leerdoelen van de verschillende vakken bij elkaar gebracht. In de onderbouw staan bij ons nu alleen de kernvakken en gym op het rooster. Alle andere vakken zitten in opdrachten. Rond elk thema hebben we vakoverstijgende opdrachten gemaakt, die iedere acht weken wisselen. Daardoor zijn de leerdoelen van aardrijkskunde de ene keer verbonden met natuurwetenschappen en de andere keer met geschiedenis.”
Welke uitdagingen kom je daarbij tegen?
“Onder andere de manier waarop we toetsing invullen. Als leerlingen naar de bovenbouw gaan, moeten ze een pakket kiezen en begint de voorbereiding op het examen. Hoe weet je dan of ze op het niveau zitten voor de vakken die daarvoor in opdrachten verwerkt zaten? Hebben ze uit de onderbouw wel voldoende meegekregen?”
“In de onderbouw is formatief handelen echt wel een ding, dat vinden sommige mensen nog lastig. Elke periode hebben we maximaal twee meetmomenten per vak of opdracht, waarvan halverwege de periode een kennischeck. Voor medewerkers is dat best even wennen, omdat ze niet per se vanwege ons concept bij ons gesolliciteerd hebben, maar voor die tijd op een traditionele school werkten. Dat merk je met name in het toetsen.”
Kun je daar een voorbeeld van geven?
“Het eerste jaar merkten we dat er toch veel stiekem getoetst werd. We hadden die twee meetmomenten per periode en er stonden dus ook maar twee kolommen in Magister. Maar dan namen sommige collega’s toch drie toetsen af, omdat ze bang waren dat ze het zelf niet goed genoeg in de vingers hadden en kinderen niet op het juiste niveau bedienden.”
“We vragen ook veel van mensen, soms te veel. Als er zo veel nieuw is, is het verleidelijk om terug te grijpen op wat je kent. Toch weer veel klassikaal lesgeven in plaats van activerende werkvormen. Maar gaandeweg gaat dat in de onderbouw al beter.”
Je noemde ook de overgang naar de bovenbouw. Kun je daar iets meer over vertellen?
“Onze leerlingen zijn heel goed in een aantal dingen op het moment dat ze naar de bovenbouw gaan. Maar er zijn ook dingen waarvan we constateren dat we, om welke reden dan ook, ergens wat hebben laten liggen. En leerlingen moeten wel gewoon examen doen.”
“In onze opzet hebben leerlingen in leerjaar één en twee bijvoorbeeld maar veertig minuten Frans. Dat kun je in leerjaar drie niet allemaal op niveau krijgen. De collega’s in leerjaar vier worden daarmee geconfronteerd. Die zeggen: hoe dan? Hoe krijg ik ze klaar voor die hoepel van het examen?”
“Hoe laat je leerlingen weten dat ze bij een aantal vakken meer stappen moeten zetten dan jij als docent gewend was? Zonder die leerlingen daarvan de schuld te geven?”
Ellis Stevens, Panora Lyceum
“Dat is best wel een worsteling. Hoe laat je leerlingen weten dat ze bij een aantal vakken misschien nog meer stappen moeten zetten dan jij als docent gewend was? Zonder die leerlingen daarvan de schuld te geven?”
“Dan kom je ook weer op de rol van toetsing. Hoe krijg je in beeld waar leerlingen staan en waar ze eigenlijk moeten staan? Is het erg dat onze leerlingen over sommige dingen misschien iets meer weten en soms iets minder, ten opzichte van andere leerlingen op hetzelfde punt in vier of vijf vwo? En hoe gaan we ze dan toch door het examen krijgen?”
Hoe gaan jullie daarmee om?
“Dat verschilt heel erg per vak. De ene docent geeft bijvoorbeeld een tijdje bijles op het nulde uur, voordat de school begint. Anderen delen een extra set met werk uit rond leerdoelen die in de vorige periode nog niet zijn gehaald, en begeleiden leerlingen daarmee. Dat zijn generieke oplossingen. Daarnaast werken we met individuele actieplannen. Leerlingen moeten dan een plan schrijven en met de docent in gesprek gaan om te bepalen wat ze de komende periode gaan doen.”
“Het is vooral belangrijk veel aandacht te hebben voor het goed in beeld krijgen van de leerling. Dit jaar zijn we overgegaan op een nieuw leerlingvolgsysteem. Dat levert al direct een veel beter beeld op. Per onderdeel kunnen we zien hoe leerlingen het doen op bijvoorbeeld spelling of leesvaardigheid. Mentoren en vakgroepen laten we toetsanalyses maken. En per toets kun je nog verder kijken waar het fout gaat.”
“Op deze manier hebben we bijvoorbeeld ontdekt dat onze vierdejaars vwo-leerlingen heel goed zijn in lezen, maar veel minder in spelling. Ze maskeren met hun leesvaardigheid dat hun woordenschat niet op orde is. Daarmee haal je een toets, maar ga je het examen misschien niet halen op vwo-niveau. Dat zouden we met Cito niet hebben gezien.”
Tot slot: aan wie mogen we het stokje doorgeven?
“Aan Angela Jeuken. Zij is pas rector geworden op het NSG in Nijmegen, maar heeft daarvoor altijd op een andere school gewerkt. Het lijkt me leuk om van haar te horen hoe het is om helemaal nieuw op een school te komen en wat je dan ziet.”
Ook met toetsing en formatief werken aan de slag?
Bekijk het trainingsaanbod van JIJ! voor het voortgezet onderwijs of de mogelijkheden van het JIJ! Leerlingvolgsysteem met methode-onafhankelijke toetsen.
Meer interviews met schoolleiders in het VO
Ellis Stevens is de 28e die het stokje in handen kreeg.
Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees hier alle interviews.
Blijf op de hoogte!
Bericht ontvangen bij een nieuwe aflevering?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.