Praktijkgericht toetsen op Het Element: ‘Leerlingen laten op een andere manier hun talent zien’

Op vmbo-school Het Element in Amersfoort kiezen ze bewust voor praktijkgericht toetsen. Niet alleen bij de beroepsgerichte vakken, maar ook bij de avo-vakken. Dat heeft alles te maken met de onderwijsvisie van de school, vertelt adviseur onderwijs en kwaliteit (en examensecretaris) Mirjam Lenters-Vinke: “Onze leerlingen zijn doeners. Door dat terug te laten komen in onze manier van toetsen, spreken we hun talent aan.”

Voor de beroepsgerichte vakken die Het Element binnen de verschillende profielen aanbiedt, kregen leerlingen altijd al praktijktoetsen, vertelt Mirjam. “Van haren stylen en nagels lakken bij Zorg en Welzijn tot het werken aan auto’s bij Techniek. Maar bij avo-vakken krijgen leerlingen normaal gesproken een papiertje voor hun neus en moeten ze vragen beantwoorden. Wij kiezen er bewust voor om leerlingen op een andere manier uit te dagen, ook bij die vakken.”

Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

“Dat leerlingen een blog of magazine maken, of zelf onderzoek doen in de praktijk. Bij biologie onderzoeken ze bijvoorbeeld hoe dieren leven in een dierenverblijf. Dan gaan ze naar de dierentuin toe om verzorgers te spreken en de dieren en dierenverblijven in het echt te zien.”

“Voor het PTA hoef je je eigenlijk maar aan één ding te houden en dat is het aftoetsen van de eindtermen die verplicht zijn voor het eindexamen. Hoe je dat vervolgens inricht, is helemaal aan de school. Wij hebben de ruimte genomen om te kijken: wat past nou bij onze visie? Wat past bij de doelgroep? Onze leerlingen zijn over het algemeen doeners. Door dat terug te laten komen in onze manier van toetsen, spreken we hun talent aan.”

“We zien dat er leerlingen zijn die beter scoren nu ze op een andere manier met de theorie bezig zijn.”
Mirjam Lenters-Vinke, Het Element

Hoe bevalt het?

“Heel goed. Leerlingen kunnen op een andere manier hun talent laten zien en dat vinden ze erg leuk. Net als de docenten, die nu allerlei projecten mogen bedenken. Dat is weer eens wat anders dan het bekende A4’tje met open en gesloten vragen. We zien ook dat er leerlingen zijn die echt beter scoren nu ze op een andere manier met de theorie bezig zijn.”

Hoe is deze manier van toetsen tot stand gekomen?

“Vanuit onze schoolvisie, als onderdeel van een heel pakket aan onderwijsvernieuwingen. Wij staan heel erg voor passie en talent en willen leerlingen op andere manieren laten leren. De afgelopen jaren hebben we vanuit die visie allerlei nieuwe dingen geïntroduceerd in het curriculum. Zoals keuzewerktijd, waarbij leerlingen kunnen kiezen welk vak ze in een bepaalde periode willen volgen. Werken met projecten. Een wekelijkse in- en uitcheck met leerlingen, om in de groep te kijken hoe het met ze gaat, aan welke doelen ze werken en welke vorderingen ze maken.”

“Die nieuwe elementen hebben allemaal weer invloed op elkaar. De lessentabel verandert bijvoorbeeld. We hadden al aandacht voor het afsluitende karakter van het PTA, maar als je minder lessen hebt, wordt dat afsluitende karakter nog belangrijker. Dus dan moet je kritischer gaan kijken waarom je toetst, hoe je toetst, wanneer je toetst en hoe je toch de voortgang kan blijven peilen bij leerlingen. Daarbij speelt ook de discussie summatief versus formatief.”

Hoe actueel is die discussie binnen jullie school? Summatief versus formatief?

“Die discussie speelt zeker. Als je het afsluitende karakter van het PTA zo belangrijk vindt, kun je niet oneindig blijven toetsen op eindtermen. Dus hebben we gezegd dat het aantal toetsen omlaag moest en collega’s uitgenodigd om daarover mee te denken. Daar is een heel nieuw toetsbeleid uitgerold, waarbij we minder summatief toetsen. Tegelijkertijd hoor je van verschillende collega’s dat ze één of twee toetsen per periode niet genoeg vinden. Het bekende ‘ze leren niet als het niet voor een cijfer is’. Ja, dan moet je formatief aan de slag, om je als docent en leerling bewust te zijn van de ontwikkeling in het eigen leerproces. Maar hoe doe je dat, hoe richt je dat dan in? Dat vinden mensen nog best wel lastig. Daar moet je het gesprek met elkaar over voeren.”

Wat doe je om dat gesprek op gang te krijgen?

“Het afgelopen schooljaar hebben we scholing georganiseerd voor één collega van elke vakgroep. Eén dag over formatief evalueren, puur om eraan te ruiken, om kennis te maken. Want wil je mensen er echt in scholen, dan ben je natuurlijk langer bezig. Ook hebben we het één dag gehad over toetskwaliteit. Die onderwerpen zijn heel enthousiast ontvangen en daar zouden we nog wel verder mee willen.”

“Het zou mooi zijn als we meer mogelijkheden kunnen vinden om formatief te werken. Om leerlingen gemotiveerd te krijgen, zonder dat er per se een cijfer in Magister moet worden genoteerd.”
Mirjam Lenters-Vinke, Het Element

“Daar heb ik het nu ook over met het MT. Is het iets dat voor komend schooljaar op de scholingsagenda kan komen te staan? Het zou mooi zijn als we meer mogelijkheden kunnen vinden om formatief te werken met onze leerlingen en hun voortgang te monitoren. Om ze gemotiveerd te krijgen, zonder dat er per se een cijfer in Magister moet worden genoteerd. Het zou mooi zijn als we daar de komende tijd stappen in kunnen zetten. Of manieren kunnen bedenken om dat te doen, dat zou al winst zijn.”

Wat kunnen andere scholen leren van jullie ervaringen?

“Ik denk dat het heel belangrijk is om met iedereen in gesprek te blijven en veranderingen zoveel mogelijk vanuit draagvlak door te voeren. Er zijn best mensen die het moeilijk vinden hun PTA te verkleinen en minder te toetsen. Dan is het zaak om samen te gaan zitten. Bezwaren niet wegwimpelen, maar luisteren waar mensen tegenaan lopen, waar de behoeftes van collega’s liggen. En uiteindelijk wel durven zeggen: het is spannend, maar toch gaan we het zo doen.”

Tot slot: aan wie mogen we het stokje doorgeven?

“Aan Pjotr Bijsterbosch, afdelingsleider bij PRO33College in Amersfoort, een school voor praktijkonderwijs. Daar wordt ook veel in de praktijk getoetst.”

Ook met toetsing aan de slag?

Bekijk het trainingsaanbod van JIJ! voor het voortgezet onderwijs.

Meer stokje doorgeven

Mirjam Lenters-Vinke is de 24e die het stokje in handen kreeg. Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees hier alle interviews.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *