Opleider Esther Tempels over het IEP LVS
Nederland kleurt IEP–groen. Inmiddels werkt 30% van de basisscholen met het IEP LVS. Alle schooltypen werken met veel enthousiasme met IEP. Van openbaar onderwijs, scholen met religieuze achtergrond, montessorionderwijs, dalton, jenaplan tot SBO. Dat zijn scholen met allemaal een verschillende schoolweging. Op deze pagina lees je de ervaringen van Basisschool ’t Prisma in Doetinchem; een school voor Unit onderwijs.
Basisschool ’t Prisma in Doetinchem werkt al met het IEP LVS sinds het ontstaan van IEP. Esther Tempels is opleider voor studenten, gedragsspecialist en creatief begaafden specialist. In dit artikel vertelt Esther waarom IEP past bij ‘t Prisma én het Unit onderwijs op hun school.
Jouw eigen lijn
De laatste jaren zijn steeds meer scholen gestart met het IEP LVS, maar voor ’t Prisma voelt IEP al heel lang vertrouwd. Ze hielpen mee als pilot school toen IEP de eerste hart- en handeninstrumenten ontwikkelde. ‘We waren al een tijd op zoek naar een toets die kinderen met zichzelf vergeleek, en niet met elkaar. Toen kwam er ineens een leerlingvolgsysteem op de markt waarbij we merkten: dit is precies hoe wij denken. Met het hele team delen we dezelfde visie en dat komt overeen met wat IEP aanbiedt. Geen ander LVS sluit zo mooi aan bij de ontwikkeling van kinderen. Het is belangrijk voor een kind om zelf te kunnen zien dat er bij jou nog groei is, dat jij het goed doet op jouw eigen lijn. Op welk niveau je ook werkt.’
Kinderen betrekken bij hun ontwikkeling
Het volgen van kinderen op hun eigen niveau maakt, volgens Esther, dat elk kind het beste uit zichzelf kan halen. Dat is waar ’t Prisma zich voor inzet en wat past bij Unit onderwijs. Op ‘t Prisma nemen ze leerlingen echt mee in hun eigen ontwikkeling. ‘We bespreken alle toetsen met de kinderen: welke doelen er al zijn gelukt en waar we nog aandacht aan kunnen geven. Vanaf leerjaar 6 vragen we kinderen zelf naar hun ambitieniveau; op welk niveau ze denken uit te stromen en wat ze willen. We geven aan wat wij denken, ouders doen dat ook. Vervolgens kijken we met de kinderen: waar moet je dan nog aan werken? Op de Talentenkaart zie je precies welke doelen ze bijvoorbeeld bij rekenen het lastigste vonden. Meetkunde, verhoudingen, of toch de getallen. Dat maakt het heel inzichtelijk voor de kinderen, voor ouders en voor ons.’ Wat Esther betreft zou een mooie aanvulling in het IEP LSV zijn om niet alleen als school maar ook per leerling het ambitieniveau te kunnen instellen. ‘Nu zetten we een stipje bij het uitstroomniveau, maar een ambitieniveau zou prettiger zijn. We werken echt samen met de kinderen aan hun ontwikkeling en het is fijn om de ambitie die het kind zelf heeft heel visueel te maken.’
Aansluiting op het kind
Met het IEP LVS kun je flexibel toetsen, waardoor je zo goed mogelijk aansluit bij de ontwikkeling van de individuele leerling. Esther geeft aan waarom dat goed bij Unit onderwijs past: ‘Je plaatst leerlingen niet in het hokje “leerjaar 6” maar kunt per kind kijken welke toets je klaarzet. Wij werken met Units van gemiddeld 45 tot 50 leerlingen, die allemaal op hun eigen niveau werken. Dat niveau kan ook wisselen per vakgebied. Dus het is heel fijn om dan per leerling te kijken aan welke toets hij of zij toe is: je weet dat er aanbod is voor elk kind. En als een leerling een beetje onzeker is over de toets, dan nemen we die twee weken later af. Dan heeft ze van andere kinderen gehoord dat de toets meeviel, en kunnen we nog wat kindgesprekken voeren om te ontdekken waar ze zo tegenop ziet. Alleen de schrijftoets past nog niet helemaal bij ons, die zetten we liever weg als een werkopdracht.’
Hoge verwachtingen
Hoge verwachtingen zijn belangrijk voor ’t Prisma. Ieder kind moet uit zichzelf kunnen halen wat hij of zij in zich heeft. Esther: ‘Dat lukt alleen met hoge verwachtingen. Niet dat een kind boven zijn niveau werkt, maar wel dat hij of zij een uitdagend aanbod krijgt. Bij IEP zie je vanaf groep 6 in een oogopslag terug welke verwachtingen je van een leerling kunt hebben, en welke doelen ze moeten bereiken om bijvoorbeeld op 2F niveau uit te stromen. Dat maakt het makkelijker voor ons om kinderen uit te dagen.’ Alles bij elkaar draagt het IEP LVS eraan bij dat elk kind een kansrijk advies krijgt, vertelt Esther. Daarbij gaat het niet alleen om de inzichten in de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen, maar om het complete kindbeeld. ‘Inzicht in wie het kind is, wat hij allemaal kan: op de Talentenkaart komt het allemaal terug. Wij beginnen in het kindgesprek altijd met de hart- en handeninstrumenten. Dan vragen we bijvoorbeeld; “waarom ben je dit jaar minder trots op je werk dan vorig jaar?” Als een leerling dan antwoordt; “dat ben ik niet, ik ben strenger geworden voor mezelf”, dan begrijp je beter wat er in een kind omgaat en kun je daar samen over in gesprek. Het is zo belangrijk dat je als school aandacht hebt voor het hele kind. Want als je niet goed in je vel zit, kun je ook niet leren.’
Meer weten over het IEP LVS?
Het leerlingvolgsysteem van IEP legt de focus op groei, niet op prestatie. Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Daarom vergelijken we kinderen niet met elkaar.
Wij geloven bovendien dat een kind meer is dan taal en rekenen! Met kindvriendelijke toetsen voor hoofd, hart én handen geeft het IEP LVS een compleet beeld: zo zetten we elke leerling in zijn kracht.