Nieuw toetsbeleid bij rsg de Borgen: ‘Je kunt niet zeggen dat morgen iedereen formatief moet handelen’
Het nieuwe schooljaar is al weer even aan de gang. Hoog tijd dus om het stokje van onze interviewserie met schoolleiders en beleidsmakers in het VO op te pakken. We trappen af met Ingrid Copinga Wollerich, adviseur Onderwijs & Kwaliteit bij rsg de Borgen, een regionale scholengemeenschap met vestigingen in Leek, Roden en Grootegast. Vanaf volgend schooljaar gaan alle vestigingen van de Borgen aan de slag met een nieuwe manier van toetsen. Ingrid vertelt hoe het nieuwe toetsbeleid tot stand komt. En ze deelt haar belangrijkste tips.
Wat was voor jullie de aanleiding om met het toetsbeleid aan de slag te gaan?
“In 2020 hebben we een nieuw strategisch schoolplan opgesteld, met een nieuwe visie op onderwijs. Die is tot stand gekomen in samenwerking met RUG-hoogleraar Alexander Minnaert. Samengevat houdt onze visie in dat we inzetten op een brede ontwikkeling en optimale ontplooiing van leerlingen, en dat leren meer is dan presteren. Formatief handelen is een instrument om dat voor elkaar te krijgen. En formatief handelen hangt weer nauw samen met toetsing. Want als je minder summatief wilt toetsen, betekent dat wel dat de summatieve toetsen die je afneemt van goede kwaliteit moeten zijn. Valide en betrouwbaar. Vanwege corona stond dat hele verhaal even in de ijskast; dit schooljaar zijn we daadwerkelijk met het traject gestart.”
“Parallel daaraan zijn we bezig vorm te geven aan meer onderwijs op maat. Wij willen toe naar een nieuwe lessentabel met meer ruimte voor coaching en het mentoraat, en meer variabele onderdelen. Denk aan verdieping of verrijking op een bepaald vakgebied, extra-curriculaire workshops of projecten in samenwerking met het bedrijfsleven. Onderwijs op maat en toetsbeleid zijn voor ons trajecten die bij elkaar horen, want ze haken op allerlei vlakken op elkaar in.”
Wat is jouw rol als adviseur Onderwijs & Kwaliteit daarin?
“Voor het traject ‘meer op maat onderwijs’ ben ik projectleider. Samen met vier docenten hebben we een expertgroep, waarmee we op studiedagen steeds een halve dag aan de slag gaan met de vakdocenten van onze vestigingen Lindenborg en Nijeborg. Op het gebied van formatief handelen ben ik de initiator en aanjager. Vanuit de gedachte: als we dit willen, dan moeten we er ook iets mee doen, want het gaat niet vanzelf leven. En ook op andere onderwijsgebieden hebben we expertgroepen. Een expertgroep kwaliteitszorg, een expertgroep examinering, een expertgroep LOB. Met al die expertgroepen onderhoud ik contact.”
Je had het over ‘iets doen’ met formatief handelen. Veel scholen worstelen met de vraag hoe ze daar handen en voeten aan kunnen geven. Hoe doen jullie dat?
“Je kunt niet tegen docenten zeggen dat morgen iedereen formatief moet handelen, dus er moet iets gebeuren qua scholing. Een deel van de docenten krijgt nu scholing in formatief handelen, een ander deel volgt de training Toetsexpert. En met de expertgroep formatief handelen en toetsing denken we nu al na over wat er niet alleen dit schooljaar moet gebeuren, maar ook in de toekomst. Hoe we het nieuwe toetsbeleid straks gaan implementeren.”
Hoe pak je die implementatie aan? Hoe brengen jullie je visie op toetsing in de praktijk?
“Door onze gezamenlijke visie op vestigingsniveau eerst te vertalen in een eigen toetsbeleid voor elk van onze vijf scholen. Want we zijn één scholengemeenschap met één visie, maar de uitvoering kan en mag per vestiging verschillen.”
“Eén van onze scholen is een Daltonschool. Die zal op een andere manier invulling kunnen geven aan toetsing dan de andere vestigingen. En we hebben ook een vestiging die net met een nieuw onderwijsconcept is begonnen; die gaan er wellicht ook een eigen kleur aan geven.”
Kun je daar een concreet voorbeeld van geven? Hoe de uitvoering van het toetsbeleid per vestiging kan en mag verschillen?
“Nou, de ene school kan bijvoorbeeld kiezen voor toetsweken, terwijl de andere kiest voor toetsing gedurende het schooljaar. En de ene school zal straks al iets verder zijn in het verminderen van het aantal toetsen dan de andere; de snelheid van invoering is ook maatwerk.”
“De taxonomie die scholen gebruiken voor hun toetsen kan en mag ook verschillen. In onze visie op toetsing hebben we benoemd dat we met toetsmatrijzen en taxonomieën werken, zodat we leerlingen gericht feedback kunnen geven. Maar of scholen daarin bijvoorbeeld voor OBIT, RTTI of Bloom kiezen, mogen ze zelf bepalen.”
“De groep die scholing volgt in formatief handelen, gaat straks de collega’s begeleiden die nu al aan de slag willen met formatief handelen. Samen een lesontwerp maken, een keertje meekijken tijdens een les.”
Ingrid Copinga Wollerich, adviseur Onderwijs & Kwaliteit rsg de Borgen
Uiteindelijk zijn het de docenten die met het nieuwe toetsbeleid aan de slag moeten. Hoe help je hen daarbij?
“We zijn nog niet begonnen met implementeren. Wel zijn sommige docenten al op eigen initiatief bezig met formatief handelen. Met kritisch kijken: waarom toets ik eigenlijk? Dat zijn de early adopters. Die individuele verschillen heb je altijd.”
“De groep die nu scholing volgt in formatief handelen, gaat straks de collega’s begeleiden die nu al aan de slag willen met formatief handelen. Samen een lesontwerp maken, een keertje meekijken tijdens een les. Ook vragen we hen om tools voor collega-docenten te ontwikkelen. Zo gaan we dit schooljaar een kennisbibliotheek inrichten, waar medewerkers materiaal uit kunnen halen. Zodat we klaar zijn om het nieuwe toetsbeleid volgend schooljaar in de breedte te implementeren.”
Heb je tot slot nog tips voor andere beleidsmakers en schoolleiders die met hun toetsbeleid aan de slag willen?
“Dat het belangrijk is om vanuit een kapstok te werken, met het schoolplan en de onderwijsvisie als uitgangspunt. Daarnaast bevalt het werken met expertgroepen mij erg goed. Afgevaardigden vanuit de docenten, die het leuk vinden om met een specifiek onderwerp bezig zijn. Daarmee voorkomen we ook dat we met de hele goegemeente met álle onderwerpen bezig zijn. In het onderwijs wil iedereen overal wat van vinden, dus je kunt toch nooit een beslissing nemen waar iedereen het mee eens is.”
“Desondanks, of juist daarom, is het wel de kunst om iedereen goed in alle beslissingen mee te nemen en mensen goed te informeren. Daarin laten we nog wel eens steken vallen, terwijl het zo belangrijk is om voor draagvlak te zorgen. Dus steeds blijven communiceren welke stappen je zet en wat die stappen opleveren.”
Bedankt voor je verhaal Ingrid! Aan wie geef je het stokje door?
“Aan Petra Spithost. Zij is onderwijskundig adviseur en begeleider passend onderwijs in het PO en VO op het gebied van hoogbegaafdheid; HB. Juist in het HB-onderwijs is een andere manier van toetsing van belang omdat deze leerlingen allemaal een eigen traject volgen. Zij is niet verbonden aan één school, maar werkt voor verschillende scholen als beleidsadviseur op het gebied van HB.”
Meer stokje doorgeven
Ingrid Copinga Wollerich is de elfde die het stokje in handen kreeg. Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees alle interviews.