Jezelf als examencommissie serieus nemen: ‘Controleren is een naar woord, maar het is echt onze belangrijkste taak’
Sinds 2021 is iedere school in het voortgezet onderwijs verplicht om een examencommissie te hebben. Op veel scholen stoeien deze commissies echter nog met de invulling van hun rol. Conrector en examencommissievoorzitter Annelies den Ouden vertelt hoe ze daar op de Stichtse Vrije School in Zeist mee omgaan, en hoe onze training Examencommissie daarbij heeft geholpen.
Kun je eerst iets vertellen over de manier waarop jullie als vrijeschool aankijken tegen toetsing en examinering?
“We zijn al jaren bezig te onderzoeken waarom we eigenlijk toetsen en of dat ook anders kan. We streven ernaar dat leerlingen niet kijken naar een cijfer als ‘dit is goed genoeg’, maar dat ze ook inhoudelijk feedback krijgen. En dat ze beseffen dat een cijfer eigenlijk niet zoveel zegt. Want als je heel erg intelligent bent en alles je komt aanwaaien, dan betekent een acht misschien wel dat je niets gedaan hebt en niets hebt bijgeleerd. Terwijl een leerling die met veel moeite en hard werken een zes haalt en veel heeft bijgeleerd, het misschien veel beter heeft gedaan.”
“Wij willen af van toetsen als afrekening en veel meer toe naar toetsen als moment voor een leerling om te zien waar hij of zij staat. De leerling een spiegel voorhouden: dit is wat je kunt en dit is wat je nog te doen hebt.”
“Ook aan summatieve toetsen proberen we kwaliteit mee te geven. Dat leerlingen dan niet ineens door een hoepeltje willen springen, maar nog steeds echt leren omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn.”
Annelies den Ouden, Stichtse Vrije School
Hoe pakken jullie dat aan?
“We proberen leerlingen met geschreven beoordelingen feedback te geven op hun functioneren, om ze daarvan bewust van te maken. Daarnaast hebben we natuurlijk de toetsen die van belang zijn voor het PTA. Ook aan die summatieve toetsen proberen we kwaliteit mee te geven. Dat leerlingen dan niet ineens door een hoepeltje willen springen, maar nog steeds echt leren omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Wij proberen heel erg om leerlingen op die manier te motiveren.”
Jullie hebben vorig schooljaar een training Examencommissie gevolgd bij JIJ! van Bureau ICE. Waarom?
“We wilden een kwaliteitsslag maken en goed voldoen aan de eisen die aan ons gesteld worden. Daarvoor wilden we gewoon top geïnformeerd zijn. Wat moeten we? En wat mogen we? Dus toen hebben we met een groep van zes de training gevolgd.”
Wat heeft de training jullie gebracht?
“We werken als examencommissie niet alleen met een draaiboek, maar ook met een jaarplan. Dat doen we nu voor het eerst. We hebben een jaarplan kwaliteit gemaakt dat we volgend jaar ook evalueren. Voorheen werd het examen wel geëvalueerd, maar het werk van de examencommissie nog niet. Het is nieuw dat we dat nu keurig gestructureerd hebben.”
“Daarnaast hebben we de samenstelling van de commissie veranderd, want die was niet helemaal optimaal. We hebben gekozen voor een commissie die bestaat uit drie leden, plus een voorzitter zonder stemrecht. Een keer per maand woont het secretariaat de vergaderingen bij. Verder hebben we nu een adviescommissie die bestaat uit de rector en de schoolexamencoördinator. Die komen er eens in de zoveel weken bij. En we moeten nog een stap zetten, want nu zit de examensecretaris nog in de commissie, maar dat mag straks niet meer. Die moeten wij als examencommissie namelijk controleren. Dat was op aanraden van de trainer, om ons daar alvast op voor te bereiden.”
Heb je tips voor andere scholen die aan de slag willen met de kwaliteit van hun examinering? Of voor examencommissies die worstelen met het invullen van hun rol?
“Het belangrijkste inzicht dat de training ons heeft gegeven, is dat we echt moeten controleren of de toetsen voldoen aan de afspraken die we daarover hebben gemaakt. We hebben nu bij de eerste toetsweek aangekondigd dat we een aantal vaksecties gaan controleren en bij de volgende toetsweek weer een aantal andere secties. Dus onze controlerende functie is ons duidelijker geworden.”
“We hebben ook referentiekaarten voor collega’s gemaakt waarop precies staat hoe je een toets moet aanleveren en waaraan de toets moet voldoen. Die hebben we mooi gedrukt en in een display gezet. Ook voor surveillanten hebben we kaarten gemaakt, waarop je heel mooi stap voor stap kunt zien waaraan je moet voldoen, zoals het vier-ogenprincipe.”
“Controleren is een beetje een naar woord, maar het is echt onze belangrijkste taak en daar gaan we op deze manier meer invulling aan geven.”
“Het is niet zo dat we het gisteren hebben bedacht en dat we het morgen invoeren. Het zijn afspraken die al stonden, maar die we nu meer gaan handhaven.”
Annelies den Ouden, Stichtse Vrije School
Hoe gaan collega’s daarmee om, met die meer controlerende rol van de examencommissie?
“Jongere collega’s vinden het niet zo’n punt; voor collega’s die al wat langer rondlopen is het soms even wennen. Maar er is hier sowieso een professionaliseringsslag gaande waarbij we gestructureerder zijn gaan werken en elkaar vaker op dingen aanspreken. Dat is misschien wennen, maar daarmee maken we wel een kwaliteitsslag.”
“Het is ook niet zo dat we het gisteren hebben bedacht en dat we het morgen invoeren. Het zijn afspraken die eigenlijk al stonden, maar die we nu meer gaan handhaven. Willen we onszelf als examencommissie serieus nemen, dan moeten we ook gewoon uitvoeren wat we zeggen dat we willen. Als we het vier-ogenprincipe serieus nemen, dan moeten we ook controleren óf het is gezien door een collega. Het formulier is aangepast, staat die handtekening er dan ook?”
“Dat soort dingen zijn op een vrijeschool wat lastiger omdat wij vinden dat een leraar best veel autonomie moet hebben om leerlingen echt intrinsiek te motiveren. Als je ruimte hebt om je eigen kleur te geven aan jouw lessen, dan zijn die lessen vaak authentieker dan wanneer je met een hele sectie afspreekt om allemaal hetzelfde te doen. Lesinhoudelijk is die ruimte er nog steeds. Want de eigen invulling van een docent die ergens warm voor loopt, díe maakt dat leerlingen geïnspireerd raken. Maar we gaan de randvoorwaarden wel meer structureren, zodat we op hetzelfde moment op dezelfde slotnoot uitkomen.”
Tot slot: aan wie mogen we het stokje doorgeven?
“Aan Hedda Magnus van Descart in Utrecht, onderdeel van het St-Gregorius College. Descart is een nieuw onderwijsconcept dat ze zelf hebben ontwikkeld en het schijnt een groot succes te zijn. Dat lijkt me een interessant gespreksonderwerp.”
Ook een stevige examencommissie neerzetten?
Tijdens een JIJ!-training van Bureau ICE bij jullie op school gaan deelnemers van start met alle basiskennis over rollen, taken en verantwoordelijkheden. Na afloop weten zij hoe je tot goede examinering en toetsing komt en kunnen zij de kwaliteit van toetsing borgen.
Meer stokje doorgeven
Annelies den Ouden is de 25e die het stokje in handen kreeg. Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees hier alle interviews.
Blijf op de hoogte
Bericht ontvangen bij een nieuwe aflevering?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.