IEP LVS | Anders kijken: een verhaal uit de praktijk
Met IEP kijk je anders naar toetsen, leren en leerlingen dan de meeste scholen gewend zijn. Benieuwd hoe “anders kijken” er in de praktijk uit ziet? In dit artikel vertelt Eric Lieverst-Leffelaar van de Cornelis Vrijschool in Amsterdam over het aanpassen van hun visie om leerlingen te volgen in hun ontwikkeling en wat dit de school heeft gebracht. IEP- adviseur Margit van Aalst vult aan.
‘Het gaat nu veel meer over de leerling in plaats van over resultaten,’ vertelt Eric. De Cornelis Vrijschool werkt voor het derde schooljaar met het IEP LVS; toen Eric daar in mei 2022 startte als zorgcoördinator zat de school nog midden in de overstap. ‘Eigenlijk vond ik het heel vanzelfsprekend dat ze dat hadden gedaan, want alles waar IEP voor staat zie je terug in de visie van de school. De school bestaat dit jaar 125 jaar en 125 jaar geleden waren ze al bezig met de groei van de leerling, kijken waar de leerling staat in zijn of haar leerproces en eigenaarschap bij de leerling.’
Het verhaal achter het resultaat
In de opstartfase kreeg de school ondersteuning van IEP-adviseur Margit. De gesprekken waarin Margit haar visie op toetsen deelde waren voor Eric, die jaren in het Montessori-onderwijs heeft gewerkt, een feest van herkenning: ze zaten precies op een lijn. Margit: ‘Ik zeg altijd tegen scholen: bedenk vooraf wat je met het resultaat gaat doen. Dat bepaalt of het zinvol is om een toets af te nemen. Met IEP meet je de inhoud, niet de norm, en daarom kun je op iedere schooldag van het jaar toetsen. Het draait immers om het verhaal áchter het resultaat.’
De IEP- toetsen vertellen je waar een leerling staat in zijn of haar leerproces, zodat je jouw onderwijsaanbod daarop kunt aanpassen. Lukt het optellen en aftrekken nog niet zo goed? Dan heeft het weinig zin om met keersommen te beginnen; je kunt beter nog even investeren in de basis, voor je de volgende stap maakt in je lessen. Ontwikkelgericht toetsen, noemen we dat. Het is een andere manier van kijken dan met prestatiegerichte toetsen, waarbij het resultaat voorop staat en niet het leerproces. Eric: ‘Dat is precies waar de Cornelis Vrijschool voor staat. Ons motto is al 125 jaar; met hoofd, hart en handen. IEP sluit daar dus heel mooi op aan.’
Om echt profijt te hebben van ontwikkelgericht toetsen, adviseert Margit scholen graag om de toetsen eerder in het schooljaar af te nemen. ‘Ik heb nooit begrepen waarom we in Nederland toetsen in januari en juni. Als je wil meten of leerlingen het onderwijsaanbod beheersen, waarom doe je dat dan na een periode waarin je juist minder onderwijs geeft vanwege de kerstvakantie en feestelijke decembermaand? En als je in juni toetst kun je weinig doen met de resultaten want dan volgen er zes weken zomervakantie en de gouden weken aan het begin van het schooljaar.’ Op deze manier dienen toetsen vooral als een prestatiemeter, stelt Margit, en niet als hulpmiddel om de leerling verder te brengen in zijn ontwikkeling. Dat lukt beter wanneer je toetst in oktober of november en maart of april.
Eric: ‘Margit heeft het team op school met dat inzicht echt aan het denken gezet. Ik deelde die visie al toen ik startte op de Cornelis Vrijschool en de argumenten van Margit waren een mooie aanvulling op de verandering die ik op school graag wilde doorvoeren, passend bij de visie van de Cornelis Vrijschool. Als de leerkracht de regie heeft over het leerproces van een kind, dan is het best gek dat je pas in januari zicht krijgt op hoe je klas of een kind ervoor staat. Dan ben je al over de helft van een schooljaar heen, waarin je je onderwijsaanbod had kunnen aanpassen aan de leerling.’ Na diverse teamgesprekken besloot de Cornelis Vrijschool daarom de toetsen voortaan af te nemen in oktober en maart. Eric: ‘Voor ouders was dat nogal een schok: wat hebben ze in oktober al geleerd? Maar daar gaat het niet over: je wil juist zien wat ze op dit moment beheersen zodat je ze kunt leren waar ze aan toe zijn. In oktober nemen we bijvoorbeeld bij groep 5 leerlingen de 4B toets van eind groep 4 af. Zo kunnen we goed meten wat ze op dit moment beheersen, en ze lesstof aanbieden waar ze aan toe zijn.’
Een ander oudergesprek
Voor ouders was het in het algemeen wennen om af te stappen van het opbrengstgericht kijken, vertelt Eric. ‘Onze school heeft een lage schoolweging, veel leerlingen stromen op een hoog niveau uit. Ouders, maar ook de bovenbouwleerlingen, zijn gewend dat er met duidelijke cijfers gewerkt wordt.’ De school investeerde in oudergesprekken, een voorlichtingsavond met IEP-adviseur Margit en brieven om ouders mee te nemen in de veranderingen. Het pakte goed uit: nu zijn veruit de meeste ouders heel blij met de nieuwe visie en het IEP LVS.
Margit: ‘Op de ouderavond deelde ik mijn visie dat het gesprek niet moet gaan over of jouw kind het beter doet ten opzichte van een ander kind in Nederland. Het gaat erom of jouw kind de leerdoelen beheerst die hij of zij iedere dag in de klas aangeboden krijgt. Op dat moment zag ik wel wat lichtjes gaan branden bij ouders.’
Eric vertelt hoe steeds meer ouders de nieuwe manier van kijken omarmden en wat dat heeft gedaan met de oudergesprekken: ‘Die zijn nu veel constructiever en inhoudelijker. Ouders worden al in een vroeg stadium betrokken bij het leerproces van hun kind: dit is waar je kind staat aan het begin van het schooljaar, we zien dat de breuken moeizaam gaan, dit gaan wij eraan doen en dit kunnen jullie zelf doen.’ Na de tweede toetsronde van het jaar kunnen ouders vervolgens duidelijk zien op welke vlakken hun kind gegroeid is. Dat is voor de Cornelis Vrijschool echt een evaluatiemoment geworden waarbij ouders en school, soms ook al samen met de leerling, terugkijken en plannen maken voor de volgende maanden.
Meer inzicht voor de leerkracht
Niet alleen de gesprekken met ouders zijn constructiever nu de toetsen eerder in het schooljaar worden afgenomen; ook in de gesprekken met leerkrachten merkt Eric verschil. Leerkrachten gebruiken de toetsen meer bewust om hun aanbod mee aan te passen en komen zelf met inzichten. ‘We zijn als school nog in ontwikkeling, maar ik merk dat leerkrachten veel meer eigenaar worden van het proces: van hun eigen leermethodes, aanpak, het maken van lessen. Dat is een mooie ontwikkeling want zo zet je de leerkracht in zijn eigen kracht en gaat hij veel kritischer kijken naar zijn onderwijs: de methode schrijft nu deze lessen voor, maar is deze groep daar wel aan toe?’
Daarbij helpt het, licht Margit toe, dat het IEP LVS uitgaat van de SLO leerdoelen en het referentiekader taal en rekenen -waar elke leerkracht in het basisonderwijs dagelijks mee bezig is. Met de IEP als onafhankelijk, criteriumgericht meetmiddel kun je als leerkracht heel nauwkeurig controleren in welke mate een leerling de leerdoelen beheerst die je de afgelopen periode behandeld hebt. ‘Met de domeinscores kun je goed inzoomen. Van Rekenen naar Meten en Meetkunde, naar het aspect tijd en dan het onderdeel de analoge klok. Als een leerling die analoge klok niet goed beheerst, pak je de methode er weer bij om te zien welke lesdoelen daarover gingen; die kun je dan herhalen bij deze leerling.’
Ook de hart en handen instrumenten leveren meer inzicht op voor de leerkracht. Naast je eigen ervaring met de leerling laat het spindiagram van bijvoorbeeld leeraanpak zien wat voor een leerling goed werkt. Of juist wat anders mag. Margit: ‘Ook hier is van belang om het verhaal achter het resultaat te duiden. Als een spindiagram dan een lage score heeft op prestatiemotivatie, terwijl de leerling wel steeds aan de bovenkant van de vaardigheid zit op de hoofdtoetsen, dan kan het zijn dat een leerling meer uitgedaagd wil worden. Bij IEP zeggen we niet voor niets dat een kind meer is dan taal en rekenen. Het kijken naar hoofd, hart en handen geeft de leerkracht echt meer inzicht waar deze op verder kan borduren in de dagelijkse praktijk.’
Eric voegt daaraan toe dat het IEP LVS de werkdruk voor zowel de leerkracht als zorgcoördinator verlaagt. ‘Je wil natuurlijk ook gewoon op de meest makkelijke, efficiënte manier je werk kunnen doen met zo min mogelijk administratie. En dat halen we ook uit IEP, want met een druk op de knop krijg je als leerkracht of zorgcoördinator allerlei nuttige informatie.’
Minder druk bij de leerling
Heel fijn dat de verandering van leerlingvolgsysteem en aanpassingen in de toetsvisie een positief effect hebben op de leerkracht, zorgcoördinator en ouders, maar uiteindelijk draait het natuurlijk om de leerling. Wat merkt de leerling van de veranderingen? Eric: ‘We noemen het geen toets meer maar een meting. Zelf zeggen kinderen vaak “we gaan even IEPen” en ik merk dat ze het leuker vinden; ze voelen minder druk.’
Daarnaast heeft de school het rapport vervangen door een portfolio. Leerlingen hebben daar zelf een aandeel in en het verhaal van de leerkracht wordt niet meer geschreven naar de ouder, maar naar het kind. ‘De Praatplaat van IEP was daar helpend bij, omdat leerkrachten ook hun bewoordingen moesten gaan aanpassen: niet meer beoordelen maar schrijven over groei. Bovendien is de letterlijke vertaling van een rapport “beoordeling”. Als je visie is om een kind eigenaarschap te geven, past daar niet bij dat je het kind gaat beoordelen met een rapport. Het portfolio maken we voor én met de leerling; daarmee is het kind echt eigenaar van zijn eigen leerproces.’
Trouw aan de onderwijsvisie
Hoewel Margit scholen vaak adviseert om te stoppen met toetsen in januari en juni, is dat volgens haar zeker niet de enige weg: ‘Het belangrijkste is om trouw te zijn aan de onderwijsvisie op school. Ga met het team een gesprek aan over het waarom van toetsen bij jullie op school. Nog te vaak wordt er getoetst vanuit de gedachte dat het moet, terwijl er tegelijkertijd een behoefte is om leerlingen verder te helpen in de ontwikkeling. Het IEP LVS gebruik je als hulpmiddel voor de vervolgstappen daarin. Door de “waarom-vraag” te beantwoorden en die te koppelen aan de onderwijsvisie kom je heel bewust tot een toetsbeleid en toetskalender. En daarmee heeft het een positief effect op de ontwikkeling van leerlingen. Zoals je ook ziet op de Cornelis Vrijschool.’