Hoogbegaafdheid en toetsing: ‘Door op de juiste manier te toetsen, creëer je ruimte voor passend onderwijs’

JIJ! toetsing in het VO, JIJ! Leerlingvolgsysteem, Stokje Doorgeven
JIJ! toetsing in het VO, JIJ! Leerlingvolgsysteem, Stokje Doorgeven

Hoe organiseer je passend onderwijs voor leerlingen met kenmerken van hoogbegaafdheid (HB)? En op welke manier zet je toetsing daarbij in? Onderwijskundig adviseur Petra Spithost, gespecialiseerd in HB-onderwijs, vertelt hoe zij schoolbesturen, docenten én leerlingen helpt met dit soort vraagstukken.

Je bent niet verbonden aan één school, maar werkt voor verschillende scholen als beleidsadviseur op het gebied van hoogbegaafdheid. Kun je iets vertellen over de rol die je bij die scholen vervult?

“Het is vaak een dubbele functie, waarin ik het bestuur adviseer en docenten begeleid. Ik noem mezelf wel ‘blikopener’.”

Blikopener?

“Er kleven veel mythes aan hoogbegaafdheid en vaak worden leerlingen over één kam geschoren. Een van de mythes is dat leerlingen met kenmerken van hoogbegaafdheid overal goed in zijn. Er zijn ook kinderen bij wie je op grond van hun cijfers niet aan hoogbegaafdheid zou denken, maar die misschien onderpresteren of onderduiken. Of dubbel bijzondere leerlingen, die naast kenmerken van hoogbegaafdheid ook leerproblemen hebben, zoals dyslexie, of een diagnose ASS, ADD of ADHD.”

“Dat maakt dat de blik soms gericht is op het gedrag van een leerling en niet meer op zijn of haar onderwijsbehoeften. Ik help scholen om die vertaalslag naar onderwijsbehoeften weer te maken. Niet ‘waar loopt het vast’ maar ‘wat kan er wel’.”

Waarin zijn de onderwijsbehoeften anders bij hoogbegaafde leerlingen?

“Een belangrijke behoefte is autonomie. Het helpt als je leerlingen meeneemt. Leerlingen inzicht geeft in hun persoonlijke ontwikkeling en in hun didactische voortgang. Wie ben ik? Waar sta ik? Waarom moet ik iets doen? De ontwikkeling van kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid loopt niet synchroon aan die van leeftijdsgenoten; die kan grilliger zijn. Dat maakt dat iemand soms met sprongen vooruit gaat. Maar ook dat iemand in een half jaar tijd soms geen half jaar aan ontwikkeling doormaakt. Het is belangrijk om daar als leerling zelf inzicht in te hebben.”

“Die grillige ontwikkeling vraagt om differentiatie, maatwerk en persoonlijke programma’s. Om uitdaging en vakoverstijgend werken ook. Dat is spannend voor besturen. En voor docenten.”

 

“Als je het curriculum aanpast, en de inbreng van de leerling daarin groter maakt, is de tegenhanger altijd dat de docent moet leren loslaten.”

Petra Spithost, beleidsadviseur hoogbegaafden-onderwijs

 

Op wat voor manier vinden docenten dat spannend?

“Als je het curriculum aanpast, en de inbreng van de leerling daarin groter maakt, is de tegenhanger altijd dat de docent moet leren loslaten. Die is minder in de lead en dat kan best eng zijn. Leren we leerlingen wel genoeg? Zijn ze straks wel klaar om naar de bovenbouw te gaan?”

‘Juist in het hoogbegaafden-onderwijs is een andere manier van toetsing van belang.’ Met die woorden gaf jouw voorganger in deze interviewserie het stokje aan jou door. Kun je daar iets meer over vertellen, over het belang van toetsing?

“Door op de juiste manier te toetsen, creëer je ruimte voor passend onderwijs. Je wilt niet toetsen om af te rekenen, maar om te bepalen wat iemands startpunt is en om te volgen hoe leerlingen zich ontwikkelen.”

“Wat ik al eerder aangaf: de ontwikkeling van kinderen met kenmerken van hoogbegaafdheid kan grilliger verlopen. Toetsing maakt die asynchroniteit in ontwikkeling inzichtelijk. Voor leerlingen zelf, voor docenten én voor het schoolbestuur. De JIJ!-toetsen van Bureau ICE zijn daar trouwens heel goed voor te gebruiken; die raad ik scholen echt aan.”

Leuk om te horen! Waarom adviseer je scholen om JIJ!-toetsen te gebruiken?

“Als je besluit dat een leerling een eigen programma nodig heeft, is de vraag vaak: ‘Waar beginnen we?’ JIJ!-toetsen zijn geschikt voor niveaubepaling, maar ook voor analyse: waar zitten nog aandachtspunten of ontwikkelpunten? Je kunt ze het hele jaar door afnemen, op het moment dat het nodig is. En ze zijn methodeonafhankelijk. Daarmee krijgen docenten de vrijheid en het vertrouwen om het onderwijs aan te passen. Kijk, iedereen in het onderwijs kent de kerndoelen wel. Maar de weg ernaartoe kan verschillen. Als je daarmee wilt spelen, heb je meer aan methodeonafhankelijke toetsen.”

Dit blog wordt veel gelezen door schoolleiders. Welke boodschap zou je die willen meegeven als het gaat om hoogbegaafdheid?

“Wil je in de onderwijsbehoefte voorzien van leerlingen met kenmerken van hoogbegaafdheid, dan zul je ook tegemoet moeten komen aan de basisbehoeften van docenten op het gebied van autonomie, relatie en competentie.”

“Als het gaat om autonomie: docenten de ruimte geven om met het curriculum te spelen. Docenten loslaten, zoals zij ook dingen richting leerlingen moeten loslaten. Als het gaat om relatie: het vertrouwen in die docenten uitspreken. En als het gaat om competentie: collega’s aanspreken op hun kwaliteiten, bijvoorbeeld door collega’s met complementaire kwaliteiten aan elkaar te koppelen, als buddy’s of in teams.”

Bedankt voor je verhaal Petra! Aan wie geef je het stokje door?

“Aan Ans Koster-Schulte van het Dollard College. Zij houdt zich als directeur onderwijsprojecten in bredere zin bezig met inclusief onderwijs. Vanwege de sociaal-economische achtergrond In Oost-Groningen hebben leerlingen soms te maken met lage verwachtingen; vanuit de thuissituatie, maar mogelijk ook vanuit het onderwijs. Ik ben benieuwd hoe zij daar tegenaan kijkt, en of ze toetsing wellicht gebruiken om daar een beeld van te krijgen.”

Meer stokje doorgeven

Petra Spithost is de twaalfde die het stokje in handen kreeg. Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees alle interviews.

JIJ! LVS volgtoetsen - cognitief
Plaats een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *