Hoofd, hart en handen: zo krijg je inzicht in alle vaardigheden van een leerling
Een kind is meer dan taal en rekenen, daar is iedereen het wel over eens. En iedere school, iedere leerkracht zet het kind centraal; ook daar bestaat geen discussie over. Maar wat betekent dat concreet voor je onderwijs? Hoe merken kinderen (en hun ouders) dat zij centraal worden gesteld? Een objectief inzicht krijgen in een compleet kindbeeld kan daarbij helpen.
Als we het hebben over een compleet kindbeeld, betekent dat dat we verder kijken dan de cognitieve vaardigheden. Het gaat niet alleen om taal en rekenen, maar ook om zaken als doorzettingsvermogen, het uiten van gevoelens en nieuwsgierigheid. Samenvattend zijn dat ‘leeraanpak’, sociaal-emotionele ontwikkeling en ‘creatief vermogen’. Dit zijn, niet toevallig, ook allemaal eigenschappen die een kind helpen bij het vergaren van kennis en kunde op het gebied van taal en rekenen.
Neem Job. Job zit in groep 7. Hij is goed in rekenen en minder goed in taal. Op basis van de uitslagen van de taal- en rekenvolgtoetsen, zou het leerlingvolgsysteem op de school van Job hem een vmbo-gt-tl/havo-advies geven. Maar deze volgtoetsen meten alleen zijn niveau op taal en rekenen. Natuurlijk geeft dat inzicht en heeft het een voorspellende waarde voor het vervolgonderwijs maar het is een beperkte weergave van de werkelijkheid en een momentopname. Want wie is Job, waar wordt hij blij van, wat laat hij zien naast taal en rekenen? Hoe kun je, ook met toets- en meetinstrumenten, veel meer van een kind laten zien?
Hoofd: taal en rekenen
Een groot deel van het Nederlandse basisonderwijs draait om taal en rekenen. Kinderen, leerkrachten en scholen worden beoordeeld op de prestaties die ze leveren op deze twee domeinen. Sterker nog, zelfs in de PISA-ranking, (het internationale vergelijkend onderzoek van kwaliteit naar onderwijs, op 3 december j.l. zijn de resultaten van 2018 bekend gemaakt) zijn de prestaties op taal en rekenen leidend. Logisch dat vooral deze twee domeinen terugkomen in de volgtoetsen.
Hart en handen: andere essentiële vaardigheden
Tegenwoordig hebben we het steeds vaker over ‘21st century skills’, de vaardigheden die je nodig hebt om je te redden in de moderne samenleving. Deze vaardigheden zijn anders, misschien wel ‘zachter’, dan taal en rekenen. Maar je hebt ze net zo hard nodig om te slagen. Bovendien zie je dat deze vaardigheden ook kunnen helpen bij cognitieve prestaties.
Zo kan Job dankzij zijn doorzettingsvermogen misschien wel havo aan, ook al zeggen zijn taal- en rekenscores iets anders. Andersom geldt het ook. Zijn klasgenootje Emine scoort hoog op taal en rekenen, maar is minder goed in plannen en organiserend vermogen. Dat zou voor haar een probleem kunnen gaan vormen op het vwo.
In beeld brengen van zachte vaardigheden
Als leerkracht heb je vaak een heel goed beeld van de vaardigheden van je leerlingen. Je ziet hoe Job en Emine zich in de klas gedragen. En je koppelt daar conclusies aan over hun gedrag en hun werkhouding. Waarom zou je het dan toch nog willen meten?
Ten eerste helpt het je in het gesprek met leerlingen, en met hun ouders. Inzichten vanuit een objectief instrument, helpen je om het gesprek aan te gaan met de leerling en hun ouders. Zo kunnen zij thuis ook oefenen met vaardigheden als het ‘uiten van gevoelens’ of ‘trots zijn op je werk’. Bovendien is het beeld op deze aspecten vaak herkenbaarder voor ouders, dan scores op taal en rekenen, je hebt het namelijk écht over hún kind. Dus wanneer je het oudergesprek begint met de zachte vaardigheden, heb je een heel ander, en vaak veel inhoudelijker, gesprek dan wanneer je start met scores op taal en rekenen. Dit draagt ook bij aan het verlagen van toetsstress: het verhaal is immers belangrijker dan het cijfer.
Ten tweede geef je handen en voeten aan het ‘complete kind centraal zetten’. Hoe mooi als je dat met behulp van een instrument kunt laten zien. Aan ouders, de onderwijsinspectie én juist aan kinderen zelf. Dat naast je onderwijsvisie ook een toetsvisie hebt en zegt: “Je bent meer dan taal en rekenen. En je kunt al je vaardigheden inzetten om diegene te worden die je wilt zijn. Wij als school ondersteunen je daar in.”
Hoe het IEP Leerlingvolgsysteem een compleet beeld geeft van een kind
Het IEP Leerlingvolgsysteem geeft een completer beeld van leerlingen door instrumenten die ‘leeraanpak’, ‘sociaal- emotionele ontwikkeling’ en ‘creatief vermogen’ meten:
Bij leeraanpak inzicht te geven in de verschillende subdomeinen, zoals:
- doorzettingsvermogen;
- prestatievermogen;
- plannen;
- organiserend vermogen.
Bij sociaal-emotionele ontwikkeling te categoriseren in subdomeinen als:
- zelfmanagement;
- empatisch vermogen;
- sociale vaardigheden;
- beheersing van gevoelens;
- uiten van gevoelens.
Creatief vermogen te meten in 7 subdomeinen, zoals:
- trots op het werk zijn;
- anders durven zijn;
- vindingrijkheid;
- volharding;
- interactie met anderen;
- output-gerichtheid;
- nieuwsgierigheid.
Meer weten over het IEP LVS?
Je kunt hier meer lezen over het IEP Leerlingvolgsysteem. Of neem rechtstreeks contact met ons op zodat we je persoonlijk kunnen adviseren, bel naar 088 556 9800 of stuur een mailtje naar iep@bureau-ice.nl.