Eerst mbo-directeur, toen basisschoolbestuurder, nu rector-bestuurder in het VO: ‘Elke sector heeft z’n charme’
Jeroen van den Oord ging vorig jaar aan de slag als rector-bestuurder bij het Jan Tinbergen College in Roosendaal. Daarvoor had hij als bestuurder 12 scholen in het basisonderwijs onder zijn hoede. En eerder was hij directeur bij verschillende mbo-scholen. Hoe is dat, zo’n overstap van het ene naar het andere onderwijstype? Wat draagt het bij aan je leiderschap? En wat adviseert Jeroen andere schoolleiders die een dergelijke switch overwegen?
Gefeliciteerd met je aanstelling als rector-bestuurder! Je eerste baan in het voortgezet onderwijs?
“Niet helemaal. Ik ben mijn loopbaan ooit begonnen als docent bij het Norbertuscollege, onze concullega-school in Roosendaal. Het jaar erop ben ik bij een ROC gaan werken en daar vervolgens directeur geworden. Daarna ben ik bestuurder geweest bij een stichting met 12 basisscholen in Vlissingen en Middelburg. En nu ben ik weer terug in het voortgezet onderwijs én terug in Roosendaal. Je zou kunnen zeggen dat het cirkeltje rond is.”
Kun je een typisch verschil noemen tussen het mbo en het voortgezet onderwijs?
“Toetsing en examinering. Dat is een heel actueel thema in het VO, met de instelling van examencommissies. Een toetsvisie ontwikkelen, toetsprotocollen opstellen, een Plan van Toetsing en Afsluiting schrijven. In het mbo is die slag al jaren geleden gemaakt, dus voor mij is het een beetje een déjà vu.”
En het verschil met het basisonderwijs?
“In het basisonderwijs viel mij op dat leerkrachten toetsing veel op zichzelf betrekken. Ze gebruiken toetsen om te analyseren hoe hun uitleg is overgekomen op de kinderen in hun klas. Dat was voor mij een openbaring toen ik de overstap van het mbo naar het basisonderwijs maakte; in het mbo keken docenten meer naar de groep. Gechargeerd: ‘wat hebben jullie niet begrepen?’ tegenover ‘waar heb ik misschien onvoldoende aandacht aan besteed?’.”
“Zo heeft elk schooltype zijn mooie kanten en punten waar nog verbetering nodig is. Het voordeel van af en toe wisselen tussen sectoren is dat je goede dingen uit de ene sector kunt inbrengen in de andere. De professionaliteit van het examenproces uit het mbo. De manier waarop leerkrachten op basisscholen toetsen gebruiken om hun eigen onderwijs te verbeteren. Die beide aspecten neem ik mee in de manier hoe wij hier op het JTC omgaan met toetsen.”
Hoe gaan jullie op het JTC om met toetsing?
“Van leerlingen en docenten hoor ik vaak dat we hier wel erg veel toetsen. Dus het begint bij de discussie hoe effectief al dat getoets is. In het mbo heb ik eens een uitdraai laten maken van hoeveel cijfers een leerling in de loop van vier jaar krijgt. Nou, als je dat allemaal achter elkaar ziet staan… En waarom? Waarom toetsen wij eigenlijk? Die vraag heeft mij altijd bezig gehouden.”
“In de toetsvisie die ik nu aan het opstellen ben komen alle mogelijke functies van toetsing voorbij. De didactische en diagnostische functie, de ontwikkelingsgerichte functie, toetsen als onderdeel van de leer- en oefenstrategie, de kwalificerende functie, de determinerende functie, de disciplinaire functie. Daar probeer ik balans in aan te brengen. Bijvoorbeeld door veel minder in te zetten op toetsing als disciplinair instrument; toetsen om kinderen aan het leren te krijgen, als stok achter de deur. Ik vind niet dat dat de rol van toetsing is.”
“Vroeger ging ik voor resultaat voor de school. Nu ga ik voor de mensen van de school.”
Jeroen van den Oord, rector-bestuurder Jan Tinbergen College
Barbara Baelemans, jouw voorganger in deze interviewserie, was benieuwd wat jouw kennis van verschillende onderwijssoorten bijdraagt aan het type leider dat je nu bent. Wat draagt het bij aan jouw leiderschap?
“Nauwelijks, in die zin dat ik leiderschap meer persoonsgebonden vind dan sectorgebonden. Je stijl van leidinggeven ontwikkelt zich ook naarmate je ouder word. Ik probeer een coachend leider te zijn; deze organisatie vraagt daar ook om. Maar twintig jaar geleden stond ik daar anders in. Vroeger ging ik voor resultaat voor de school. Nu ga ik voor de mensen van de school.”
“Ik coach de conrectoren, ga met teamleiders aan de slag, spreek veel met individuele docenten. De rector als pater familias, die voor de onderwijsfamilie zorgt en de familie een beetje afschermt van de boze buitenwereld.”
In gesprekken met schoolleiders horen we regelmatig de term ‘doorlopende leerlijn’ vallen. Hoe kijk jij daartegenaan? Als ervaringsdeskundige in drie verschillende, op elkaar aansluitende schooltypen?
“In mijn mbo-tijd heb ik veel geprobeerd om de samenwerking te zoeken met het vmbo. Mede vanuit de gedachte: als we bepaalde stof al op het vmbo aanbieden, hoeven we die in het mbo niet meer te behandelen. Uit ervaring weet ik inmiddels dat het niet zo werkt. Het kan helemaal geen kwaad om bepaalde zaken te herhalen. Sterker nog: wat is het probleem als studenten een keer een acht of een negen halen omdat ze de stof al kennen? Daar zijn ze hartstikke blij mee!”
“Wat natuurlijk wel helpt, is als wij in het voortgezet onderwijs weten wat er speelt in het primair onderwijs. En dat ze in het mbo weten wat er speelt in het voortgezet onderwijs. Ook op individueel niveau kun je accenten aanbrengen, waardoor leerlingen zich kunnen verbreden of verdiepen. Of even kunnen vertragen of versnellen. Maar programma’s op macroniveau om de aansluiting tussen schooltypen te verbeteren? Nee, daar geloof ik niet in. Stop die energie liever in de kwaliteit van het onderwijs.”
Tot slot: wat kun je andere schoolleiders adviseren die zo’n switch naar een ander onderwijstype overwegen?
“Nou, ik zou zeggen: doen. Het maakt je een rijker mens. Toen ik van het mbo overstapte naar het basisonderwijs, was ik aangenaam verrast door wat ik daar aantrof. En datzelfde heb ik nu in het voortgezet onderwijs. Je vormt onbewust altijd een mening over andere onderwijssectoren, maar elke sector heeft z’n charme. En die ervaar je pas als je de stap zelf zet.”
Meer lezen
Iedere leerling leert en ontwikkelt zich anders. Door inzicht te krijgen in hoe leerlingen zich ontwikkelen en in hun leerproces, helpen we hen om zich maximaal te ontplooien. Wij geloven in toetsen om van te leren. Toetsen op een manier die leerlingen onderdeel maakt van hun eigen leer- en ontwikkelproces. En die docenten zicht geeft op waar de hiaten zitten en welke feedback of hulp er nodig is.
JIJ! Toetsing & Training adviseert, inspireert en ontzorgt in het creëren van waardevolle leermomenten. We ondersteunen het voortgezet onderwijs op drie in elkaar grijpende niveaus: toets- visie en toetsbeleid, training en professionalisering en tools. Op deze manier kun je toetsing inzetten om het onderwijs beter te maken.