Een nieuwe school starten (2): ‘Wij vinden dat de uitkomst van summatieve toetsmomenten nooit een verrassing mag zijn’
Sinds 2020 heeft Utrecht een nieuwe school: Descart. Eerder vertelde rector Hedda Magnus al hoe het is om een compleet nieuwe school te beginnen. In dit tweede deel vragen we afdelingsleider Caroline Verlee, die kwaliteit in haar portefeuille heeft, naar de rol van toetsing binnen het nieuwe onderwijsconcept.
“We zijn heel erg bezig met formatief handelen”, vertelt Caroline. “Wij vinden dat de uitkomst van summatieve toets- en meetmomenten nooit een verrassing mag zijn. Zowel voor de leerling als voor de leraar. Dat vraagt wat van je didactiek en de meest logische oplossing daarvoor is formatief handelen.”
“Het voordeel voor ons als nieuwe school is dat wij hiervoor geen oude gewoontes hebben hoeven te veranderen. In een bestaande school iets nieuws introduceren is vele malen moeilijker dan met een bepaald gedachtegoed van start gaan. Door de manier waarop wij over onderwijs denken, zijn onze docenten al vanaf de start bezig geweest met formatief handelen, zonder dat we het zo noemden.”
“Is het bij ons dan al helemaal zoals we het willen? Nee. Soms doen we wat en merken we: dit is het nog niet helemaal, dus dat gaan we aanpassen. Maar wel altijd met die rode draad dat we formatief handelen als belangrijkste didactisch instrument in onze lessen gebruiken.”
Hoe vullen jullie dat concreet in?
“We werken in periodes van vier kwartalen en sluiten elk kwartaal af met een toetsweek. Tijdens het kwartaal zijn er bewust geen toetsmomenten, zodat kinderen de hele periode echt kunnen benutten om te leren, om zich te ontwikkelen. Het toetsmoment aan het eind van het kwartaal is dan eigenlijk een logische punt aan het einde van een zin. Dat daar een punt komt, is voor niemand een verrassing.”
“Toevallig zat ik vanochtend met een mentor te kijken naar de resultaten van de laatste toetsweek. Er waren eigenlijk maar twee leerlingen in de klas waarbij we dachten: huh? En ik durf te wedden dat we die gevallen kunnen verklaren als ik met de individuele docenten van die leerlingen ga praten. Maar bij de meeste leerlingen hadden we de geruststellende gedachte: ha! Dat hebben we best aardig voorspeld.”
Waardoor komt dat?
“Door onze manier van werken, waarbij we leerlingen door de jaren heen volgen. Naast reguliere toetsen werken we met portfolio-opdrachten om de ontwikkeling van leerlingen in de gaten te houden. Beide zijn instrumenten waarmee we meten wat een leerling kent en kan. Overigens zijn we ons bewust van alle haken en ogen die daaraan zitten. Want de waarde van een resultaat hangt heel erg af van de betrouwbaarheid en validiteit van de toets. Een goede toets of opdracht samenstellen is een kunst op zich en we zijn ook voortdurend bezig om onze mensen te helpen zich daarin te ontwikkelen.”
“De portfolio-opdrachten en toetsen gaan echt over het kunnen van de leerling en het kennen van de leerstof. Maar dat is natuurlijk niet het enige dat een kind op school leert. Daarom hebben we ook nog het persoonlijke portfolio, dat we baseren op ‘Descart-competenties’. Denk aan competenties als een onderzoekende houding of goed communiceren. Daarvan hebben we er acht in totaal en daar voeden we onze leerlingen al vanaf de brugklas mee op.”
“Als je zes jaar op Descart hebt gezeten, heb je zes midrapporten en zes eindrapporten met heel gedetailleerde persoonlijke feedback. Over je vakinhoudelijke ontwikkeling, maar ook over jouw ontwikkeling als persoon”
Caroline Verlee, Descart
Hoe toetsen of meten jullie die competenties?
“Met informatie uit de portfolio-opdrachten en één-op-één gesprekken met de mentor. Een portfolio-opdracht is bijvoorbeeld vaak een groepsopdracht. Om die tot een goed eind te brengen moet je leren communiceren. Je hebt altijd leerlingen die bij groepsopdrachten het voortouw nemen en leerlingen die een beetje achterover hangen. Loop je tijdens het uitvoeren van zo’n opdracht tegen dingen aan, dan gaat je mentor daarover met jou in gesprek. Leerlingen reflecteren ook zelf op hun portfolio-opdrachten en hun ontwikkeling in de Descart-competenties in hun portfoliomap.”
“Na elke kerstvakantie krijgen leerlingen midrapporten. Daarvoor schrijven docenten iets voor elke leerling aan wie ze lesgeven; heel persoonlijke feedback. Dat is een monsterklus, maar super waardevol. En we krijgen er altijd heel positieve reacties op van leerlingen en ouders. Vorig jaar zaten er zoveel berichten van ouders in mijn mailbox. Zo van: ‘We willen jullie toch even bedanken voor de ongelooflijk persoonlijke manier van feedback geven’. Of: ‘Jullie zien ons kind echt’.”
“Dat komt natuurlijk doordat docenten in de maanden daaraan voorafgaand op heel veel manieren informatie verzamelen over kinderen en dus echt wel wat over die leerlingen kunnen vertellen. Dat is ook formatief handelen: voortdurend informatie ophalen uit verschillende bronnen om te kijken hoe een leerling ervoor staat op al die verschillende facetten. Samen geven al die instrumenten ons een goede, brede blik op elke leerling.”
“Dat feedback geven doen we aan het einde van het schooljaar nog een keer, maar dan in de vorm van een eindrapport door de mentor, als een soort samenvatting. Dus als je zes jaar op Descart hebt gezeten, heb je zes midrapporten en zes eindrapporten met heel gedetailleerde persoonlijke feedback. Over je vakinhoudelijke ontwikkeling, maar ook over jouw ontwikkeling als persoon.”
Zijn er dingen die andere scholen kunnen leren van de manier waarop jullie met toetsing omgaan? Liefst zonder dat ze daar een compleet nieuwe school voor moeten beginnen?
“Investeren in de professionalisering van je docenten om dit goed te kunnen. En het speelveld afkaderen. Wij zeggen duidelijk: je geeft maximaal vier summatieve toetsen in een schooljaar. Door die strakke kaders ontstaat beweging en doorbreek je al iets, want je dwingt mensen om anders te gaan denken, kijken en doen dan ze tot dan toe wellicht gewend waren.”
“Daarnaast moet je het waarom van het speelveld goed kunnen uitleggen. Wij zijn als nieuwe school gedwongen om na te denken over het waarom van alle keuzes die we maken. Voor bestaande scholen is dat misschien minder vanzelfsprekend, maar je kunt je altijd afvragen waarom je doet wat je doet. En zorgen dat die visie stevig staat, zodat je de waarom-vraag kunt beantwoorden als iemand die stelt. Ik was niet betrokken bij de start van Descart, maar voor mij was meteen zó duidelijk waar we voor staan en welke richting we op willen. Dat maakt het leven makkelijker, als je visie zo stevig staat dat daar geen speld tussen te krijgen valt.”
En het stokje gaat naar…
Ellis Stevens van het Panora Lyceum in Doetinchem.
Ook doelgericht toetsen en evalueren?
Bekijk het trainingsaanbod van JIJ! voor het voortgezet onderwijs.
Meer interviews met schoolleiders in het VO
Caroline Verlee is de 27e die het stokje in handen kreeg.
Nieuwsgierig naar haar voorgangers? Lees hier alle interviews.
Blijf op de hoogte!
Bericht ontvangen bij een nieuwe aflevering?
Meld je aan voor onze nieuwsbrief of volg ons op LinkedIn.