Column: Buikpijn

Deze column is geschreven door Miriam van Kemenade en verscheen eerder in Van12tot18.

Op het moment dat ik deze gastcolumn schrijf, zijn de scholen in het zuiden weer begonnen. Ik herinner me de jaarlijks terugkerende zenuwenbuikpijn voorafgaand aan de eerste lesdagen van het schooljaar. Het ‘Kan ik het nog wel?’- gevoel. Inmiddels geef ik geen les meer en ben ik zelf student van de master Toetsdeskundige. Vorig jaar voerden we voor die studie een instrumentevaluatie uit. Mijn collega-student en ik plozen een theorietoets uit die in een hbo-opleiding al jaren werd afgenomen. We bekeken hoe de items functioneerden en berekenden de betrouwbaarheid. Er bleek van alles mis met deze toets. Zo was de leerstof niet duidelijk afgebakend en liet de kwaliteit van de items te wensen over. Items met een fout erin werden ‘beloond’ met een scorepunt, waardoor de betrouwbaarheid verder afnam. Onze conclusie: ongeveer een kwart van de studenten had onterecht een voldoende of onvoldoende gekregen. Ik schrok ervan, vooral omdat deze opleiding lof had gekregen bij accreditatie. En ik schrok ook met terugwerkende kracht, denkend aan mijn eigen onderwijspraktijk in het voortgezet onderwijs. Ik deed in die tijd echt mijn best op mijn toetsen en schoolexamens, maar: wat zou een evaluatie van die toetsen mij nu vertellen?

Het is voor docenten eigenlijk niet te doen. Tijdens de studie wordt er weinig aandacht aan toetskwaliteit besteed, tijdens je loopbaan leer je wat bij, maar een toetsdeskundige word je niet zomaar. En dat terwijl het schoolexamen tegenwoordig een ‘highstakes’ beoordelingsmoment is. Na de problemen met de eindexamens van VMBO Maastricht in 2018 dienen middelbare scholen inmiddels een examencommissie te hebben en heeft de VO-raad negen actielijnen opgesteld met als doel de kwaliteitsborging van de schoolexaminering te versterken. Ik zie in deze actielijnen veel aandacht voor bestuur, visie en verantwoording, wat logisch is, aangezien kwaliteitsborging een belangrijk onderdeel is van het actieplan. De kwaliteit van toetsing als geheel wordt echter bepaald door álle onderdelen, dus ook door de toetsen en toetstaken zelf. Het geheel is zo sterk als de zwakste schakel. Dus alleen het goed op papier borgen van de kwaliteit is niet voldoende, dat blijkt wel uit mijn ervaring met eerdergenoemde instrumentevaluatie.

 

Vanaf 1 augustus 2021 moet er op iedere middelbare school een examencommissie zijn, die toeziet op de kwaliteit van toetsing. Kunnen jullie hulp gebruiken bij het neerzetten van een solide ExCie? Volg dan onze Examencommissie-training (open inschrijving of op jullie school). Na afloop weet je hoe je tot goede examinering en toetsing komt en kun je de kwaliteit van toetsing beter borgen.

 

Hoe dan wel? Een van de punten uit het actieplan stelt dat er voldoende expertise op het gebied van examinering op school aanwezig moet zijn, ook bij docenten. Hoe fijn zou het zijn als er een toetsdeskundige op elke school rondloopt, of op afroep beschikbaar is via een overkoepelende bestuursorganisatie. Iemand die laat zien hoe je de kwaliteit van je toetsing kunt verbeteren – summatief of formatief – en wat je als docent kunt leren van de afnames van een toets. Je kunt bijvoorbeeld best wel eens de moeilijkheid van een vraag (de p-waarde) uitrekenen bij een toets die door meerdere klassen wordt afgenomen. Misschien kun je een toets zelfs wel digitaal afnemen. Dat maakt het genereren van data helemaal eenvoudig. Zulke analyses kunnen je inzicht geven in welke vragen moeilijk werden bevonden en je laten nadenken over hoe leerlingen de leerstof en de vragen hebben geïnterpreteerd. Alleen al het feit dat je achteraf je toets evalueert, maakt dat je bewuster met toetsing omgaat. Een zinnige werkwijze is om je leerlingen je hierbij te laten helpen. Laat ze eens een toets beoordelen: welke vraag kan beter gesteld worden; welke vraag heb je gemist; bij welke vraag werd je het meest uitgedaagd?

Ik had best meer tijd willen hebben om samen met collega’s naar mijn toetsen en schoolexamens te kijken. Het vierogenprincipe was binnen mijn sectie helaas niet altijd mogelijk. Toen ik startte als docente Spaans had ik geen directe collega’s in de bovenbouw en moest ik ‘shoppen’ bij de collega’s van de andere talen. Kwaliteit van toetsing vraagt om veel meer facilitering.

Intussen weet ik hoeveel tijd en expertise komt kijken bij het maken van een goed (school)examen of een goede toets. Elke docent ervaart dat tijd schaars is en dat de les-, en mentor- of coachtaken al veel tijd en energie kosten. Hoe je ook met toetsing omgaat, het is belangrijk. Er hangen beslissingen van af. Ik hoop dat scholen zullen investeren in kennis van toetsing, liefst in alle lagen van de school. Dat ze zorgen voor ondersteuning in de vorm van een toetsdeskundige of examencommissie met kennis van zaken. Dat zou al veel van dat ‘Kan ik het nog wel?’- gevoel wegnemen.


Over de auteur

Miriam van Kemenade is toetsspecialist bij Bureau ICE, was docente Spaans, werkte eerder aan de centrale eindexamens Spaans vwo en volgt nu de master Toetsdeskundige.

Plaats een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *