Afgewogen beslissingen nemen tijdens overgangsvergaderingen
Hoe neem je samen eerlijke beslissingen tijdens overgangsvergaderingen? Dr. Janneke Sleenhof onderzocht het, promoveerde erop én ontwikkelde een praktisch trainingsprogramma om het collectieve besluitvormingsproces te verbeteren. Dat programma rolt ze nu uit binnen de scholen van Ons Middelbaar Onderwijs (OMO). Met de inzichten die daaruit voortkomen, kunnen ook andere scholen hun voordeel doen. “Het is al super als scholen het erover gaan hebben.”
Het trainingsprogramma is het sluitstuk van zes jaar onderzoek, vertelt Janneke. “Uit mijn promotieonderzoek kwam naar voren dat twee gebieden sterk van invloed zijn op de besluitvorming tijdens overgangsvergaderingen. Structuur en interactie. Toen ben ik gaan onderzoeken waar vergaderingen dan aan moeten voldoen om op die twee gebieden objectiever te verlopen. Daar kwam een heel overzicht met implicaties uit, dat ik in de essentie heb teruggebracht tot vier elementen. Om het ook bruikbaar te maken voor de praktijk, heb ik daar een training omheen ontworpen.”
Op maat aanbieden
“Vereniging OMO, waarbij zo’n zestig scholen in het zuiden van het land zijn aangesloten, heeft me de ruimte gegeven om het programma uit te rollen. Met een projectgroep zijn we nog aan het testen hoe we dat het beste kunnen doen, want het is niet makkelijk te copy-pasten. Sommige scholen hebben behoefte aan verbetering, maar eigenlijk te weinig tijd voor het volledige programma. Bij andere scholen gaat al veel goed en die hebben bijvoorbeeld alleen hulp nodig bij het leren wegen van argumenten. We kijken hoe we het op maat kunnen aanbieden. In een train-de-trainerconcept, want ik kan zelf niet zestig scholen afgaan in één schooljaar.”
En andere scholen die interesse hebben? Kunnen die ook met het programma aan de slag? “Ook dat zijn we nog aan het bekijken, want er komt best veel bij kijken om het goed uit te voeren. Maar alle inzichten die we tijdens de trainingen opdoen, delen we sowieso via de website van OMO, in de vorm van tips en achtergrondinformatie.”
Visie op toetsing
Uit de analyse van de eerste trainingen blijkt ook dat het voor scholen belangrijk is om een visie op toetsing te hebben, geeft Janneke aan. “Bij de evaluatie kwam naar voren dat je daar goed over moet nadenken voor je de training gaat volgen. Het is essentieel om vooraf te bespreken hoe je leerlingen beoordeelt en waarom. Dan kun je daar tijdens vergaderingen ook op teruggrijpen. Als het argument op tafel komt dat een leerling onderuit zit in de klas, kun je daar bijvoorbeeld tegenin brengen dat jullie afgesproken hebben om niet alleen op houding, maar ook op capaciteiten te beoordelen. En als je visie ‘leerlingen kansen bieden’ is, dan is ‘hij of zij verdient het niet’ eigenlijk geen zwaarwegend argument.”
“Een belangrijke eerste stap is bewustwording. Het is al super als scholen het er over gaan hebben. Waarom doen we het op deze manier? Wat kan er beter? Veel scholen worstelen met overgangsvergaderingen. Omdat het schooljaar eigenlijk al is afgelopen, is het voor docenten soms lastig om nog energie te steken in een goede voorbereiding. Het is ook nauwelijks onderwerp van onderzoek geweest, dat zegt al veel. Als mijn training het gesprek over overgangsvergaderingen op gang brengt, dan ben ik daar al heel blij mee.”
De vier elementen van een goede overgangsvergadering
1. Duidelijke structuur
“Bijvoorbeeld: voorbereiding, opening, voorstel, overleg, check, besluit. Door de structuur van de vergadering te verbeteren, verbetert ook de kwaliteit van de besluitvorming.”
2. Concreet en onderbouwd voorstel
“De mentor schetst een beeld van een leerling en formuleert daarbij een concrete vraag of doet een concreet voorstel, met onderbouwing. Bijvoorbeeld: ik vind dat deze leerling moet doubleren in havo 4 en wel om deze redenen.”
3. Argumenten wegen
“Argumenten worden wel vaak genoemd, maar niet altijd gewogen. Het is belangrijk om hierbij de visie van de school en de context van de leerling te betrekken. Bij de ene leerling kan ‘houding’ de doorslag geven, terwijl bij een ander, bijvoorbeeld vanwege een moeilijke thuissituatie, het argument ‘capaciteiten’ zwaarder weegt.”
4. Toekomstperspectief meenemen
“Waar heeft een leerling uiteindelijk de meeste kans van slagen? Is iemand bijvoorbeeld ziek geweest en heeft hij of zij daardoor veel stof gemist? Dan is het voor die leerling misschien beter om toch maar een jaar over te doen.”
Toets! special #3
Heb jij de Toets! Special #3 ‘Samen meer zien’ nog niet in je (digitale) mailbox zitten? Vraag dan nu gratis deze editie aan en ontvang direct de digitale versie. Liever per post, dat kan ook!