‘Vraagstukken uit de omgeving komen met de kinderen mee de school in’
Esger van Baest verliet bij het Reeshof College in Tilburg ‘de perfecte school’ om rector te worden bij de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs. Een scholengroep die, in bepaalde regio’s, te maken heeft met uitdagingen als krimp en teruglopende leerlingenaantallen. Het leek Guus Haelermans, de huidige directeur bij het Reeshof College (en vorige kandidaat in deze serie), een interessant uitgangspunt voor een interview met Esger. Welk effect heeft de overstap naar zo’n totaal andere omgeving; met name op iemands leiderschap?
Eerst directeur bij ‘de perfecte school’, nu rector bij een scholengroep die te maken heeft met grote uitdagingen. Welke andere dingen vraagt dat van je leiderschap?
“Het is sowieso al een verschil dat ik voorheen leiding gaf aan één locatie en nu aan vier. Dat alleen al vraagt om een andere vorm van leiderschap. Voorheen was ik altijd aanwezig op de school waaraan ik leiding gaf. Maar nu ik mijn tijd verdeel over vier locaties, moet ik op een andere manier voeling houden. Ook heb ik anderen verantwoordelijk gemaakt voor de dagelijkse gang van zaken.”
Van welke scholen ben je nu rector en hoe verdeel je je tijd tussen die vier locaties?
“Het Emmacollege in Heerlen, het Broekland College in Hoensbroek, het Techniek College in Heerlen en de ISK in Brunssum. Ik verdeel mijn tijd in principe naar rato van de omvang van de locatie. Daarnaast werk ik ook voor de Stichting LVO, die bestaat uit 24 scholen in Limburg.”
Waaruit bestaan je werkzaamheden voor de Stichting LVO?
“Binnen de LVO geef ik samen met de andere rectoren en het College van Bestuur sturing aan de grotere ontwikkelingen waar het onderwijs mee te maken heeft. In commissies en projectgroepen stemmen we af wat we samen kunnen doen om goed onderwijs te verzorgen voor alle leerlingen in onze regio. Zo zit ik bijvoorbeeld in een commissie integraal leiderschap.”
Die grotere ontwikkelingen, en de uitdagingen waarover Guus het had toen hij jou het stokje voor deze interviewserie doorgaf, spelen die in heel Limburg?
“Binnen Limburg doen zich ook nog wel regionale verschillen voor. Zelf ben ik bijvoorbeeld werkzaam in de regio Heerlen-Noord. Die wordt gezien als een aandachtsregio, met alle vraagstukken die daarbij horen. Armoede, sociale achterstanden, werkloosheid. De hele grootstedelijke problematiek.”
Welke impact hebben dat soort grootstedelijke problemen op het onderwijs?
“Een grote impact. Wij vinden het belangrijk om in verbinding te staan met onze directe omgeving. Dit betekent dat de vraagstukken uit de omgeving ook met de kinderen mee de school in komen. En dat het dus mede aan ons is om daar passende antwoorden op te formuleren.”
Kun je daar een concreet voorbeeld van geven?
“De huidige coronaperiode. Uit onderzoek is gebleken dat achterstanden bij kansarme kinderen tijdens de coronaperiode verder zijn opgelopen, terwijl kinderen van goede komaf het verhoudingsgewijs beter hebben gedaan. Veel kinderen uit onze regio vallen binnen die eerste doelgroep. En de kinderen op onze ISK-locatie behoren al helemaal tot de meest kwetsbare leerlingen. Thuisonderwijs op een AZC is zeer ingewikkeld, bijna onvoorstelbaar. Dus toen we na de zomervakantie weer aan het werk gingen, constateerden we inderdaad dat relatief veel van onze leerlingen achterstanden hadden opgelopen. Inhoudelijk maar ook sociaal.”
Wat doen jullie om die achterstanden aan te pakken?
“Daar hebben we een uitgebreid NPO-plan voor liggen, dat recht doet aan de vraagstukken waar kinderen mee kampen. Maar ik moet daar wel bij zeggen dat we er nu tegenaan lopen dat het steeds lastiger is om de juiste bemensing te vinden. Iedereen is op dit moment naar docenten en begeleiders op zoek. Het aanbod lijkt volledig opgedroogd.”
Dus, wat nu?
“Nu gaan we ons plan bijstellen. Ons oorspronkelijke plan draaide vooral om de onderwijsinhoud. Dat onderdeel zal er na bijstelling nog steeds uitgebreid in zitten, maar in ons nieuwe plan zetten we nog sterker in op sociaal-emotionele ontwikkeling. Dat behoeft bij nader inzien nog meer aandacht. Zeker nu de besmettingscijfers weer een piek laten zien en we weer in lockdown zitten, met meer hybride onderwijs. Het is niet te onderschatten wat de impact daarvan is op de jeugd.”
Hoe geven jullie invulling aan die sociaal-emotionele component?
“Onder meer met behulp van externe deskundigen. JENS, een organisatie voor jongerenwerk in onze regio, heeft bijvoorbeeld een prominente plek in onze plannen. Het partnerschap met JENS is voor ons altijd al belangrijk geweest, maar nu is het essentieel. Daarom zetten we in op mensen die hier structureel aanwezig zijn. Dat zorgt ook voor een stuk herkenning bij kinderen. Die komen op school nu dezelfde jongerenwerker tegen als op straat en in het buurtcentrum.”
Jullie hebben te kampen met teruglopende leerlingenaantallen, begrepen we. Klopt dat en hoe ga je daarmee om?
“Dat is in elk geval tot 2025 de prognose; daarna zou het moeten stabiliseren. Maar het klopt, we hebben er nu wel degelijk mee te maken. Daar proberen we in goed partnerschap met andere scholen mee om te gaan. Want je kunt elkaar wel kapot concurreren, maar je kunt elkaar ook versterken. Dat laatste is onze bedoeling, dus zoeken we zoveel mogelijk de samenwerking. Binnen de Stichting LVO, ons eigen schoolbestuur, maar ook met andere scholen.”
Welke vorm heeft de samenwerking met scholen buiten jullie eigen schoolbestuur?
“In elk geval proberen we goed kennis te nemen van elkaars aanbod. Zodat we samen kunnen zorgen voor een dekkend aanbod in de regio. Op een van onze locaties, het Techniek College, bieden we ook daadwerkelijk gezamenlijk onderwijs aan. Medewerkers van LVO vormen daar één team met medewerkers van SVOPL, Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg. Dat is iets wat ik van die ‘perfecte school’ heb meegenomen; op het Reeshof werkten we ook met twee besturen samen op één locatie. Daarmee onderstreep je het belang van partnerschap. Je streeft als het goed is allemaal hetzelfde doel na: zo goed mogelijk onderwijs in de regio.”
Nog één keer over je overstap van die perfecte school naar je huidige plek. Waarom heb je die overstap gemaakt?
“Omdat ik het een interessant en belangrijk vraagstuk vond en vind. Hoe zorg ik ervoor dat deze kinderen het beste onderwijs aangeboden krijgen, ook al staan we daarbij onder druk? Hoe zorg je voor een sterk netwerk van partners ten behoeve van die kinderen? Ik heb daarbij zeer betrokken collega’s aangetroffen. Mensen die er vol overtuiging iedere dag voor de volle honderd procent voor gaan. Dat is toch te gek?”
Esger van Baest is de zesde die het stokje doorkreeg. Nieuwsgierig naar zijn voorgangers? Lees alle interviews hier.
Is er iets dat je andere schoolleiders kunt meegeven die een dergelijke overstap overwegen, of in een dergelijke situatie terecht komen?
“Zelf heb ik eerst een gedegen analyse gemaakt. En op basis daarvan ben ik gaan prioriteren, want je kunt niet alles tegelijk. Aan mijn inhoudelijke analyse hebben andere schoolleiders denk ik niet zoveel; maar ik kan wel wat procesmatige dingen aanbevelen. Zorg er ten eerste voor dat je veel mensen echt ontmoet; in de beginfase heb ik 150 kennismakingsgesprekken gevoerd. Probeer tijdens die gesprekken je oordeel uit te stellen en oprecht te luisteren. En toets het beeld dat je jezelf hebt gevormd, door je bevindingen opnieuw met enkele sleutelspelers te bespreken.”
Bedankt voor je verhaal! Tenslotte: aan wie geef jij het stokje door?
“Ik wil graag het stokje doorgeven aan Daphne Heeroma. Daphne is een oud-collega van mij uit Tilburg met wie ik intensief heb samengewerkt. Daphne is rector van het Koning Willem II College. Een school met een rijke historie. Zij slaagt erin om een school met zo’n rijke historie vernieuwend en onderscheidend te laten zijn.”
Meer lezen
Iedere leerling leert en ontwikkelt zich anders. Door inzicht te krijgen in hoe leerlingen zich ontwikkelen en in hun leerproces, helpen we hen om zich maximaal te ontplooien. Wij geloven in toetsen om van te leren. Toetsen op een manier die leerlingen onderdeel maakt van hun eigen leer- en ontwikkelproces. En die docenten zicht geeft op waar de hiaten zitten en welke feedback of hulp er nodig is.
JIJ! Toetsing & Training adviseert, inspireert en ontzorgt in het creëren van waardevolle leermomenten. We ondersteunen het voortgezet onderwijs op drie in elkaar grijpende niveaus: toets- visie en toetsbeleid, training en professionalisering en tools. Op deze manier kun je toetsing inzetten om het onderwijs beter te maken.