Column: Een dikke streep eronder
”Jullie zijn aan de beurt, jongens”, zeg ik overdreven verheugd als ik lees dat ook de geborenen in het geboortejaar van mijn studenten de uitnodiging voor een vaccinatie krijgt. Natuurlijk wil ik hiermee stiekem even de vaccinatiebereidheid in mijn klassen peilen. ”Ik wil later nog kinderen kunnen krijgen mevrouw, dus dat ga ik echt niet nemen”, zegt Samir. ”Ik hoef geen chip in mijn arm”, voegt Mathias eraan toe.
En net als ik, volgens het boekje, wil gaan informeren zonder te veroordelen begint Roy te snikken. ”Ik doe het wel, voor mijn oma. Ik heb haar vorige week begraven, 65 jaar oud. Ze werkte op een school en heeft het daar hoogstwaarschijnlijk opgelopen. We doen het niet voor onszelf, maar voor elkaar”, voegt hij eraan toe.
De hele klas luistert aandachtig naar zijn verhaal. Het zijn jongens in de logistieke opleidingen. Groot, breed, grofgebekt, maar tegelijkertijd met een piepklein hartje en vaak op zoek naar een luisterend oor. Het is op het snikken na, doodstil. Ik word eigenlijk ook wat emotioneel.
Ik zet ze even rustig aan het werk en staar naar buiten…
Ik droom. Ik droom dat alles voorbij is. Dat het allemaal even niet meer uitmaakt. Dat het niet uitmaakt of je het vaccin wel of niet neemt. Geen geld of juist bakken met geld door de crisis in je zakken hebt. Of je links, rechts of helemaal niet stemt. Voor Ajax of Feyenoord bent. Het kan me allemaal ineens niets meer schelen.
Ze zuchten en puffen om de laatste presentatie die ík ze voor het einde van het schooljaar nog even laat geven. Ik staar door het raam. ”Hoe durf ik ze dit ook aan te doen?” Het is 30 graden buiten en binnen is het niet veel koeler. Ze hebben dit jaar meer dan 200 uur stage gelopen in de grootste logistieke bedrijven. Geen cent hebben ze betaald gekregen. Al die tijd keihard buffelen om ons in deze consumptiemaatschappij van pakketjes te voorzien toen we niet naar de winkels mochten.
”We kappen er mee, jongens. De laatste paar lessen gaan we iets leuks doen.” Ik word aangekeken alsof ik De Verlosser ben. De last valt zichtbaar van hun schouders af en ik schiet keihard in de lach als Samir en Mathias elkaar omhelzen, waar ik normaal zou zeuren dat ze de anderhalve meter moeten bewaren. Ze lopen met z’n allen joelend de klas uit alsof we zojuist Europees Kampioen zijn geworden.
Het is laat. Met een grote glimlach fiets ik naar huis. Een dikke streep onder dit schooljaar is alles waar ik nu nog naar verlang.
Over de auteur:
Yaël Weening is docent Burgerschap en studieloopbaanbegeleider op mboRijnland.
Wil je de volgende column van Yaël Weening niet missen? Meld je dan aan voor de TOA-nieuwsbrief voor het mbo.